CD Recensies

CHOPIN: MAZURKA'S NR. 1-59 c.q. 51, ASHKENAZY, RUBINSTEIN

 Chopin: 59 Mazurka’s. Vladimir Ashkenazy, Decca 417.584-2 (2 cd’s, 2u 09’42”). 1976/83

Chopin: 51 Mazurka’s. Artur Rubinstein. RCA RD 85171, 09026-63050-2 (2 cd’s, 2u 20’05”). 1965/6

 

Net als de Polonaise is de Mazurka een typisch Poolse dansvorm in ¾ maat, maar met een gepunteerd ritme dat maakt dat deze vorm veel weg heeft van een stevig voortschrijdende wals. De paren wisselen vaak van partner en kunnen onderwijl stampvoeten. De mazurka werd doorgaans ook wat sneller gedanst dan de polonaise, maar minder vlot dan de wals.

Chopin schreef zijn mazurka’s niet met de bedoeling dat erop gedanst zou worden, maar eerder om een ietwat ongrijpbaar, bitterzoet beeld van Polen te geven dan met de meer direct aansprekende polonaise. De stemmingen van de diverse mazurka’s zijn gevarieerder dan bij de polonaises en reikt bijvoorbeeld van de sprankelende energie van de eerste mazurka uit op. 7 tot de kalme wanhoop van de vierde uit op. 17.

Met de tijd werden de vertolkingen van Rubinstein wat soberder, zoals blijkt bij vergelijking van zijn eerdere opname uit de jaren dertig vorige eeuw (Naxos 8.110656/7). Maar op serieuze wijze geeft hij toch de wisselende stemmingen van deze werken fraai weer. Hoogtepunten zijn de prachtig gefraseerde op. 6/4 en als mooiste van al op. 53/6.

Het bijzondere van Rubinstein als groot Chopinvertolker was dat hij in zijn directe, onopgedirkte spel alles deed om niet het beeld van de componist als sentimentele lichtgewicht te laten ontstaan. De Mazurka’s tonen hem op zijn best met een licht, subtiel toucher dat volkomen is afgesteld op de rustige charme van deze muziek en de grillige eb en vloed van de ritmen.

Wie echt alle 59 mazurka’s wil horen, kan uitstekend terecht bij Ashkenazy die tussen 1976 en 1985 de tijd nam om de cyclus te voltooien. Het betekent dat hij zich ook ontfermt over de postuum gepubliceerde exemplaren en op de herziene versie van op. 68/4. In zijn interpretatie weet de pianist prachtig uitdrukking te geven aan het heel wisselende karakter en de onderliggende melancholie van deze gestileerde dansvorm. Hij bereikt zijn mooiste momenten in op. 24/4, maar overtuigt verder over de hele linie. Bovendien profiteert hij van de betere, deels al digitale opnametechniek.

Wie daarentegen genoegen neemt met een selectie van twaalf, wordt ideaal bediend door Kissin (RCA 09026-62542-2).