CD Recensies

CRUSELL: KLARINETCONCERTEN E.A.

 

Crusell: Klarinetconcerten nr. 1 in Es op. 1, nr. 2 in f op. 5 en nr. 3 in Bes op. 11; Weber: Klarinetconcerten nr. 1 in f op. 73, nr. 2 in Es op. 74; Klarinetconcertino in Es op. 26. Antony Pay met het Orchestra of the Age of Enlightenment. Virgin 561.585-2 (2 cd’s, 1u 11’11”). 1987, 1990

Crusell: Introductie en Zweedse melodie op. 12; Fagotconcertino in Bes; Concertante symfonie voor klarinet, fagot, hoorn en orkest op. 3. Anna Maija Korsima (kl), László Hara (fg) en Ib Lanzky (hn) met Tapiola Sinfonietta o.l.v. Osmo Vänskä. BIS CD 459 (59’32”). 1989

 

Het idioom van de Zweedse componist Bernhard Henrik Crusell (1775-1838) omhelst elementen van Mozart, Spohr, Weber, Rossini en zelfs Beethoven. Maar in handen van uitstekende, meest wat jongere, competente solisten zoals bovengenoemden, krijgt zijn muziek ineens een heel eigen persoonlijk karakter. 

Met name het Klarinetconcert nr. 1 zit vol aantrekkelijke invallen. Met name het langzame deel is mooi, vol impulsieve charme en zwier. Ook het Tweede concert munt uit door veerkracht en een haast ondeugend vlotte melodiek. Het andante pastorale is een en al zangerigheid.

De BIS opname vult dit beeld in gelijke mate en stil mooi aan met een gevarieerder programma. Niet alleen klarinettisten zullen veel plezier beleven aan dit repertoire dat nauwelijks elders fonografisch is geboekstaafd.

Bij de werken van Weber is dat anders, daar is wel geduchte concurrentie. In nr. 1 vooral van Sabine Meyer (EMI 555.155-2), in beide concerten en het Concertiono misschien wat minder van Neidich (DG 435.875-2) en Ottensamer (Naxos 8.550378).

Toch is er een verschil omdat Pay een klarinet met zeven kleppen van de Fransman Simiot uit 1800 gebruikt. Resultaat: een helderder klank met een  misschien wat mindere klankvermenging. Een dirigent had hier het ensemblespel nog wat strakker kunnen maken.