CD Recensies

CHOPIN: PIANOCONCERT NR. 2, PIANOSONATE NR. 2 E.A. BUNIATISHVILI

Chopin: Pianoconcert nr. 2 in f op.21; Wals nr. 7 in cis op. 64/2, Pianosonate nr. 2 in bes op. 35; Ballade nr. 4 in f op. 52. Kathia Buniatishvili met het Orchestre de Paris o.l.v. Paavo Järvi. Sony 88691-97129-2 (   ). 2012

 

Bij toeval een Mezzo TV uitzending gezien van een pianorecital van de 25-jarige Georgische Khatia Buniatishvili (Tblisi, 21-06-1987) tijdens het Pianofestival Auvers-sur-Oise en eenmaal gefascineerd gevolgd door wat bezoekjes aan YouTube met meer beeld/geluidsmateriaal en daarna toch weer verleid tot de aanschaf van deze nieuwe cd die in interpretatief opzicht een opvallende gelijkenis vertoont met het daar geziene e gehoorde, zodat we mogen aannemen dat we te maken hebben met een gevestigd pianistisch profiel.

Zo bescheiden en dienstbaar als de pianiste zich nog opstelde in het Tchaikovsky/Kissine programma op ECM 476.4171, zo assertief en temperamentvol is ze intussen. Net als vroeger bij Martha Argerich en sinds kort bij Yuja Wang beschikt de Georgische over een verbluffende, bewonderenswaardige technische wapenrusting. De snelste octaven en decimen, opgestapelde akkoordentrossen en razend vlugge trillers werkt ze met schijnbaar gemak gaaf feilloos af.

Maar ze ontwikkelde zich ook tot een pianistische extremiste met haar neiging tot blijkbaar bewust opgezochte uitersten van dynamiek en tempo. Wat het eerste betreft, komt de tennisterm hard hitter in herinnering. Maar het bijzondere is dat zelfs in de luidste fortissimi de klank fraai blijft. Dat bleek al uit haar Lisztrecital op Sony 88697-76604-2, maar wordt hier nog eens bevestigd.

In geschrift ziet de pianiste Chopin als een ‘”gekwelde dichter met de adem van een jong iemand die geen tijd heeft om onverschillig tegenover de liefde te staan”, bovendien “met een adem die door de dood wordt afgeknepen”. En de piano “als symbool van de muzikale eenzaamheid”. Super romantische ideeën, waarnaar haar voordracht zich richt.

Wat we hier te horen krijgen is niet de zielig zieke Chopin uit Nohant, maar de vitale, kwieke jongeling die een uurtje gaat joggen langs de Seine oevers. Ze is geneigd op heel extraverte wijze door de muziek te razen, maar vindt wel telkens een expressief rustpunt. Het valt te betwijfelen of ze een goed aangeboren ritmegevoel heeft en op dynamisch terrein volgt ze haar eigen instinct. De wals klinkt lichtvoetig maar gaat rijkelijk snel, in de Ballade schuilt onverwachte dramatiek. Maar nogmaals: het klinkt fascinerend en tot op zekere hoogte is het zeker ook bewonderenswaardig. 

In het Pianoconcert wordt ze redelijk in toom gehouden. Zeker voor een keertje is het heel boeiend, zo’n uiting van elektriserend pianospel, maar hoe vaak laten deze kunsten zich bevredigend herhalen? Een introspectiever aanpak, zoals van Zimmermann, Pires, Pollini, Perahia en inderdaad Argerich bevalt op den duur beter. Juist ook zij was altijd gecontroleerder en minder een ongeleid projectiel.