Ciconia: Una panthera in compagnia de Marte; Chi net servir antico me conduce; Ligiadra donna, che’l mio cor contenti; Per quella strada lactae; O rosa bella; Le ray au soleyl; Sus une fantayne en remirant; Aller m’en veus en strangne partie; Albane, misse celitus/Albanus, doctor maxime; Gloria a 3 nr. 8; Credo a 3 nr. 11. Studio der frühen Musik o.l.v. Thomas Binkley. EMI 826.468-2 (46’13”). 1970
Ciconia: Merçé, o morte, o vaga anima mia; Una panthera in compagnia de Marte; Gli atti col dançar frances; O Padua, sidus precarium; Ben che da vui, donne; Sus une fontayne en remirant; Caçando un giorno vidi una cervetta; Quod jactutur; Poy che morir mi convien per to amore; Venecie, mundi splendor/Michael, qui Stena domus; O rosa bella; Chi vole amar ame con vera fede; O felix tempium jubila; Chi nel servir antico me conduce; Deduto sey; Aler m’en veus en strangne partie; O virum omnimoda/O lux et decus/O beate Nicholae; Gloria a 3 nr. 9; Regina gloriosa. Alla Francesca en Alta. Opus OPS 30-101 (71’14”). 1993
Hoewel hij tot kort na zijn dood tijdens het Concilie van Trente in 1417 nog heel beroemd was, raakte Johannes Ciconia (1335-1411) tot laat in de twintigste eeuw in vergetelheid totdat hij door de muziekwetenschap werd herontdekt en stilistisch zowel als kwalitatief als representatief werd beschouwd voor de muziek uit het begin van de vijftiende eeuw.
Ook als theoreticus was de uit Luik stammende componist een autoriteit met zijn werk Nova musica dat later werd uitgebreid met een frappant hoofdstuk “De proportionibus”. Daarmee legde hij een verbinding tussen de Franse Ars nova en de gevoeliger Noorditaliaanse school.
Tot in de jaren zeventig vorige eeuw was de componist maak matig vertegenwoordigd in de muziekconserven Eén der eersten die zich ijverig voor hem inzette, was Thomas Binkley die een aantal Italiaanse, Franse en Latijnse vocale werken bundelde. Dat gebeurde met veel zorg en stijlgevoel op een heel bevredigende wijze.
Maar de recentere opname van Alla Francesca plus Alta is nog wat overtuigender.
Jammer dat nog zo weinig te vinden is van Ciconia’s gewijde muziek, van zijn misdelen. Er is alleen een Credo op een verzamelplaat van het Vocaal ensemble Currende onder Erik van Nevel op Telarc CD 80521.