Chopin: Études op. 10 nr. 1-12, op. 25 nr.1-12. Maurizio Pollini. DG 413.794-2 (56’08”). 1972
Piano études vormden zoiets als een groei-industrie in de eerste helft van de negentiende eeuw. Vrijwel elke componist van Clementi tot Kalkbrenner was graag bereid om de methode met een of meer banden te demonstreren naast zijn eigen virtuositeit. Chopins beide verzamelingen Études op. 10 en op. 25 die beide 12 stuks bevatten zijn echter heel wat anders. Hoewel de individuele stukken natuurlijk gaan over de gangbare pianotechnische problemen van het spel, transformeert Chopin deze tot muziek met echte dieptewerking terwijl hij tevens de technische problemen van het spel mogelijke en harmonisch aanvaardbare peilt.
Net als Argerich is Pollini een winnaar van het concours in Warschau, maar hun benadering van de componist had nauwelijks verschillender kunnen zijn. Waar het bij Argerich een al zilver en passie is, is het bij Pollini kalm en precies, hoewel niet onderkoeld zoals soms wordt verondersteld. Zijn stijl is hier vrij afgemeten en met zijn vrijwel feilloze techniek produceert hij briljante resultaten.
De haast overdadige notencascades zoals in de elfde étude uit op. 25 worden met een haast aanmatigend gemak afgeleverd, maar op de rustiger en warmbloediger momenten, zoals in de milde, smachtende nr. 3 uit op.10 is hij niet minder overtuigend.
Natuurlijk zijn er heel wat alternatieven: Perahia (Sony 509970-61885-2), Lugansky (Erato 8573-80228-2) bijvoorbeeld. Geheimtip: probeer Juána Zayas (Music & ArtsCD 891) eens.