Delius: Requiem; A mass of life; Rebecca Evans (s), Jean Rigby (ms), Nigel Robson (t), Peter Coleman-Wright (b) met het Bournemouth symfonie orkest en –koor o.l.v. Richard HIckox. Chandos CHAN 9515 (2 cd’s, 2u. 09’23”). 1996
Het is goed bekend: Frederick Delius was geen echte Engelse componist. Hij werd namelijk in Noord-Engeland geboren als Duitse emigrantenzoon, studeerde in Duitsland, leidde enige jaren een bohémien bestaan in Parijs en vestigde zich op het Franse platteland.
We moeten hem dus meer in verband brengen met Mahler, Richard Strauss en Debussy dan met Elgar en Vaughan Williams.
Die vergelijking met Mahler gaat in het bijzonder op voor A mass of life ofwel Eine Messe des Lebens uit 1905 want de gebruikte teksten uit Nietzsche’s Also sprach Zarathustra zijn in het originele Duits weergegeven. Zowel Nietsche’s Zarathustra als diens Geburt der Tragödie werden belangrijk in de muziekgeschiedenis. Laatstgenoemd boek werd opgedragen aan Wagner en de auteur bracht daarin tot uiting dat Wagners sombere operawereld de wedergeboorte van de Griekse tragedie behelsde. Als tegendeel richtte Nietzsche zich in Zaratustra juist tegen alles wat maar zwaar, somber en wereldvreemd was. Alles zingt en danst bij de Perzische wijsgeer Zarathoestra.
Voor Delius bleek kennismaking met Zarathoestra van wezensbelang. Zijn secretaris Eric Fenby berichtte daarover: “Hij was rijp voor de confrontatie toen hij op een regenachtige dag iets te lezen zocht in de bibliotheek van een Noorse vriend. Dat boek verliet nooit zijn handen totdat hij het vak kaft tot kaft had uitgelezen.”
Die ervaring culmineerde in het uitbundige oratorium A mass of life die in 1909 door Thomas Beecham voor het eerst werd uitgevoerd.
Het gaat inderdaad om een groots werk van meer dan negentig minuten lengte voor vier solisten, dubbelkoor en een groot orkest en het is ook een visionaire viering van de rijkdom van het leven en de liefde, weggelegd voor dienen die zich kunnen bevrijden van de beperkingen van de georganiseerde religie en de angst voor de dood.
Richard Hickox en zijn team zorgen voor waarschijnlijk de beste en mooiste opname van dit werk. Het wordt inderdaad in het Duits gezongen met een typisch Wagneriaanse Peter Coleman-Wright in de hoofdrol van de profeet Zarathoestra. Maar ook de andere drie leden van het solistenkwartet, het koor en het orkest omvatten de volle reikwijdte van de expressie van dit werk. Dat gaat van kalme, verliefde intimiteit tot een overweldigende verrukking.
De waarde van deze opname wordt vergroot door toevoeging van het Requiem uit 1916 dat ondanks de religieuze titel een nog extremere uitdrukking van Delius’ atheïsme is. Het eindigt met een onbeschrijflijke beschrijving van de eeuwige cyclus van de seizoenen.