CD Recensies

DVORAK: STRIJKKWARTET NR. 13

Dvorak: Strijkkwartet nr. 13 in G op. 106, B. 192; Schulhoff: Strijkkwartet nr. 1 (1924); Esquisses de jazz WV 90 nr. 1-6 (bew.). Ragazze kwartet. Channel Classics CCS SA 36815 (64’59”). 2014

 

Onder de titel Česko verenigt het Nederlands-Britse kwartet niet de meest voor de hand liggende werken van Dvorak en Schulhoff. Dvoraks dertiende kwartet volgde in 1895 op het overpopulaire Negerkwartet. En net als in hun eerdere opname van Haydns kwintenkwartet, Schuberts Der Tod und das Mädchen en Widmanns Jachtkwartet (Channel Classics CCS SA 34613) maken de vier bevlogen dames opnieuw een puike indruk met hun frisse, vrij luchtige, zeer genuanceerde spel. Dat de afwerking niet steeds honderd procent volmaakt is, vergeeft men graag bij zoveel inzet en spontaniteit.

In het meesterlijke Dvorakkwartet worden verse inzichten getoond en is gekozen voor een overredende, lyrische aanpak. Een hoogtepunt vormen de smachtende herinneringen middenin de finale.

Natuurlijk bestaan meer fraaie versies van dit werk: de volledige opname van alle veertien kwartetten door het Praags kwartet (DG 463.165-2) en de losse opnamen van het Lindsay kwartet (ASV CDDCA 797), het Chilingirian kwartet (Chandos CHAN 8874), het Panocha kwartet (Supraphon SU 3815-2), het Vlach kwartet (Naxos 8.553371) en het Pavel Haas kwartet (Supraphon SU 4038-2), maar behalve mogelijk met het laatstgenoemde ensemble kan het Ragazze kwartet de concurrentie goed aan. Is dat niet een groot compliment op zichzelf?

Het korte, bondige Strijkkwartet nr. 1 van Schulhoff uit 1924 zouden we kunnen kennen dankzij opnamen van het Petersen kwartet (Capriccio 10463), het Brandis kwartet (Centaur CRC 2342) en het Talich kwartet (Calliope CAL 9333). Het werk legt getuigenis af van dramatische muzikale en politieke veranderingen uit die tijd. In dit geval gaat het om een dramatische muzikale mystery tour het een brede speeltechnische inhoud (pizzicato, col legno, sul ponticello, onverwachte harmonieën en een grote ritmische vitaliteit) zoals we die ook bij Bartók in die tijd terugvinden. Dat alles bewonderenswaardig raak gerealiseerd.

Bij de Esquisses de jazz uit 1926 gaat het om bewerkingen voor strijkkwartet door Leonard Evers van de zes Leichte Klavierstücke: ‘Rag’, ‘Boston’, ‘Tango’, ‘Blues’, ‘Charleston’ en ‘Black bottom’. Leuke miniaturen, met een steeds passend karakter gevuld.