CD Recensies

DONIZETTI: DUC D'ALBE, LE; IL DUCE D'ALBA

Donizetti: Le duc d’Albe. Georges Petean (b., Alva), Rachel Harnisch (s., Hélène), Ismaël Jordi (t., Henri van Brugge), Vladimir Baykov (b., Sandova), Igor Bakan (b., Daniël), Gijs van der Linden (t., Carlos), Stephan Adriaens (bs, herbergier) met het Ensemble van de Vlaamse opera o.l.v. Pedro Cargnani. Dynamic CDS 76651-2 (3 cd’s, 2u. 22’35”). 2012

 

Donizetti: Il duca d’Alba. Inva Mulla (s., Amelia d’Egmont), Arturo Chacón (t., Marcello di Bruges), Franck Ferrari (b., duco d’Alba), Francesco Ellero d’Artegna (bs., Sandoval), Mauro Corna (bs., Daniele), Nikola Todorovich (t., Carlos), Karlois Rutentals (t., herbergier) met het Lettone omroepkoor en het Nationaal orkest Montpellier o.l.v. Enrique Mazzola. Accord 480.084-5 (3 cd’s, 2u. 28’26”). 2007

 

Weliswaar begon Donizetti in 1838 aan zijn opera over de uit de vaderlandse geschiedenis maar al te bekende Alva voor de Parijse opera, maar hij maakte het werk om verschillende redenen nooit af. Een der belangrijkste was dat prima donna Rosine Stoltz die de rol van de opstandige Hélène moest zingen ernstig bezwaar maakte tegen de in haar ogen te ééndimensionale, niet bij haar passende rol waarin haar haat jegens Alva om haar vader te wreken te dominerend is tegenover haar liefde voor Henri. Dat lag aan het libretto van Eugene Scribe en Charles Duveyrier.

Na de dood van Donizetti bewerkte Scribe in 1855 de handeling om deze geschikt te maken voor Verdi’s Les vêpres siciliennes. Daarvoor werd de handeling verplaatst van het zestiende eeuwse Vlaanderen naar het dertiende eeuwse Sicilië. Maar in 1880 ontfermde Matteo Salvi zich over Donizetti’s concept en maakte het geschikt voor opvoering ook door aanpassingen te maken in de nu haast Verdiaanse orkestbegeleiding.

Bekend is de aria ‘Angelo casto e bel’ sinds Caruso daar in 1915 een opname van maakte. Jammer dat die aria niet van Donizetti zelf is. Ook de rest van het werk is zeker niet geheel van Donizetti. De eerste twee aktes kwamen gereed en de zangpartijen voor de derde en vierde akte waren voor 85% intact; Donizetti’s leerling trachtte met hulp van andere componisten, waaronder Ponchielli de orkestratie in te vullen, zodat in 1882 voor het eerst de Italiaanse versie tot leven werd gewekt.

De oorspronkelijke Franstalige versie kwam nooit tot voltooiing en het duurde tot 2012 voordat Aviel Cahn als artistiek leider van de Vlaamse Opera de Italiaanse componist Giorgo Battistelli opdracht gaf om voor een ‘performing edition’ te komen. Hij deed dat in zijn eigen idioom omdat hij de opera niet wilde repareren maar herschrijven. Vandaar een heel nieuwe aria voor Alva aan het begin van de derde akte en een nieuwe finale van de vierde akte, met nog een aria voor de hertog. Er zijn meer aanpassingen en wijzigingen die zullen opvallen bij vergelijking van deze beide opnamen: een interessante bezigheid.

Wie deze opera hoort, begrijpt dat Stoltz bezwaar maakte. Als Hélène roept ze in haar aria in de eerste akte vol haat het Vlaamse volk op om in opstand te komen tegen de Spaanse onderdrukker Alva. Ze beseft alleen niet dat haar minnaar, Marcello, een onechte zoon van Alva is. Er is een fraai duet van bariton en tenor waarin Marcello’s identiteit wordt onthuld en hem wordt ontraden om zich bij de rebellen te voegen. Het hoogtepunt van het werk volgt wanneer de samenzweerders een eed van trouw zweren in een brouwerij.

In de Vlaamse vertolking met buitenlandse gasten worden meer dan adequate prestaties geleverd. De Zwitserse sopraan Rachel Harnisch heeft een mooi volle, ronde stem en weet die expressief, op elegante wijze in te zetten. De Roemeense George(s) Petrean beschikt in de titelrol over een mooi lichte bariton waarmee hij de juiste dingen – noblesse bijvoorbeeld -laat horen. Zijn Franse uitspraak is een stuk beter dan die van Ismaël Jordi, maar levert wel goede prestaties als effectieve Henri, met name in zijn grote aria. De dirigent toont in zijn aanpak de nodige expertise,  maar zijn orkest laat op het punt van intonatie en samenspel wat zwakkere kanten  horen en de tenoren uit het koor zijn ook wat magertjes present. Niettemin is hetgeen Donizetti voor ogen en oren stond hier het dichtst benaderd en andere Franstalige uitgaven zijn er niet.

Dan de Italiaanse versie. Om te beginnen valt hier op dat we met deels andere personages te doen hebben, in plaats van Hélène bijvoorbeeld met Amelia van Egmond. Franck Ferrari maakt in de titelrol heel goed zijn gemengde gevoelens duidelijk, verscheurend als zijn loyaliteit voor zijn teruggevonden zoon enerzijds en aan Philips II anderzijds is. In de derde akte heeft hij de prachtige aria ‘Nel miei superbi grandi’. Hier is de scène waarin de samenzweerders op de muziek van een treurmars ter dood worden veroordeeld het hoogtepunt.

Als haatdragende Amelia voldoet Inva Mula puik, uitblinkend in de cabaletta in de eerste akte en in het tafereel waarin ze Alva tracht te vermoorden. Arturo Chacón-Cruz legt veel emotie in de aria ‘Angelo casto e bei’ en Enrique Mazzola  leidt het ensemble op een heel geëngageerde manier. 

Voor liefhebbers van Donizetti zijn dit twee contrasterende, interessante verschijningen.