Dvorak: Vioolconcert is a op. 53 B. 96; Romance in f op. 11 B. 39; Suk: Fantasie in g op. 24. Christian Tetzlaff met het Helsinki filharmonisch orkest o.l.v. John Storgårds. Ondine ODE 1279-5 (66’03”).
De grote populariteit van Dvoraks celloconcert kennende, kreeg zijn vioolconcert zoals uit de Vergelijkende Discografie (die aan een update toe is na februari 2006) pas na 1960 ‘op stoom’. De vele mooie opnamen die sindsdien van het concert verschenen, maken duidelijk dat die verwaarlozing unfair was.
In 1992 maakte Tetzlaff al een opname van het Dvorakconcert, toen met het Tsjechisch filharmonisch orkest o.l.v. Libor Pesek en gekoppeld aan Lalo’s Symphonie espagnole (Virgin 545.022-2, 391.346-2). Toen viel vooral de luchtige manier waarop hij het passagewerk invulde op. Dat verleende de hele uitvoering een sfeer van fantasie. Nu voert hij het werk opnieuw heel soepel in lange lijken met vermijding van portamento uit. In het langzame deel opereert hij met teerheid, in de finale toont hij temperament. Aardig ook hoe Tetzlaff de Romance op. 11 B.39 in een andere, solistische gedaante laat horen in plaats van als een deel uit het strijkkwartet nr. 5 in f op. 9 (te beluisteren van bv. Het Vlach kwartet (Naxos 8.55377) of het Praags kwartet (DG 463.165-2)).
De Fantasie op. 24 van Suk leefde tot nu toe vooral voort in de opnamen die Josef Suk en Karel Ancerl (Supraphon SU 1928-2) en Pamela Frank met Charles Mackerras (Decca 406.705-2) ook gecombineerd met Dvoraks vioolconcert maakten. Maar het dient gezegd dat hij nog net wat overtuigender is.
Voor het Dvorakconcert bestaan aardig wat alternatieven op het hoogste niveau, vooral van de dames Faust (Harmonia Mundi HMC 90.1833), Steinbacher (Pentatone PTC 5186-353) en Julia Fischer (Decca 478.3544). Moeilijke keuze, de gewenste koppeling kan de doorslag geven.