CD Recensies

DIEREN, VAN: SYMFONIE NR. 1, CHINESE SYMFONIE; ELEGIE E.A.

Van Dieren: Chinese symfonie op. 6; Inleiding Les propous des beuveurs; Elegie voor cello en orkest  Rebecca Evans (s), Catherine Wyn-Rogers (a), Nathan Vale (t), Morgan Pearse (b), David Soar (bs) c.q. Raphael Wallfisch (vc) met het BBC Nationaal orkest van Wales en -koor o.l.v. William Boughton. Lytita SRCD 357 (69’21”). 2015

 

Het was lang wachten op de cd première van de Chinese symfonie van de Nederlands-Engelse componist Bernard van Dieren (1884-936). In 1909 vestigde hij zich als muziekcorrespondent voor verschillende dagbladenn in Londen. Als componist was hij voornamelijk autodidact. Hij schreef in een heel persoonlijke stijl, waarbij hij ht experiment beslist niet uit de weg ging. Hij liet werk na op orkesgebied, kamermuziek, pianowerken, koormuziek en zelfs een opera,  The tailor. Geen wonder misschien dat er meer over zijn werk werd gediscussieerd dan dat het werd uitgevoerd. Sommigen prezen het de hemel in, anderen vonden het een ramp.  

Des te beter dat we ons nu zelf een oordeel kunnen vormen. De tussen 1912 en 1914 geschreven symfonie nr. 1 op 6 heeft qua basis en uitwerking de hete adem van Mahler in de nek. Ook Van Dieren baseerde zich op Duitse gedichten vertalingen uit Die chinesische Flöte van Hans Bethge (1876-1846) uit 1907. Behalve Mahler en Van Dieren vonden ook R. Strauss, Schönberg, Webern en Wellesz daar stof voor composities. 

In aanzet is er nog een tweede symfonie in drie dansdelen (ciaconna, een onvoltooide sarabande en een gaillarde).

Mahler heeft Van Dieren nooit ontmoet, Schönberg en Busoni wel. Hij leed aan een slechte gezondheid en was enige keren verslaafd aan morfine. Of daarvan duidelijke invloeden in zijn muziek zijn terug te vinden? 

In 1935 zond de BBC de Chinese symfonie uit en pas nu verschijnt een eerste opname van het nogal overdadige en vrij lange werk. Wat we te horen krijgen is een soort Über-Mahler met best oorspronkelijke trekken en bijzondere momenten. In de huidige post-Mahler golf zal de symfonie niet makkelijk blijvende aandacht krijgen, maar het is goed dat we er nu in een goede uitvoering grondig kennis mee kunnen maken.

Met in totaal een half uurtje extra via de introductie tot Les Propos (propous) des beauveurs naar Rabelais (1921) en de Elegie voor cello en orkest (1908) komt de luisteraar in kalmer vaarwater.