CD Recensies

DIEPENBROCK: SUITES ELEKTRA EN MARSYAS; OUVERTURE DE VOGELS

Diepenbrock: Suites Elektra en Marsyas; Ouverture De vogels. Bambergs symfonie orkest o.l.v. Antony Hermus. CPO 777.927-2 (67’46”). 2014

 

In het Amsterdamse Concertgebouw zijn bij de bouw de namen van belangrijke componisten op de balcons aangebracht. Daar zijn alle grote van Bach tot Bruckner te vinden, maar ook een paar Nederlanders: Sweelinck, Wagenaar en Diepenbrock. Deze laatste maakt aanspraak op het feit dat hij naar internationale normen kan worden beoordeeld. Hij werd vij hoog aangeslagen door Mahler, Schönberg en Richard Strauss, hoewel hij geen full-time componist was maar als hoofdberoep leraar oude talen had. De meeste van zijn rond honderd composities werden tijdens zijn leven niet gepubliceerd.

Net als de Zwitserse componist Otmar Schoeck, met wie het werk van Diepenbrock wel overeenkomst vertoont, was diens muziek op zijn best wanneer hij introvert en overpeinzend kon ageren op het te componeren gegeven.

Dat komt niet zo goed te pas in de ouverture De vogels voor een opvoering van het toneelstuk van Aristophanes in 1917 waar hij nadrukkelijk probeert luchtig en opgewekt te zijn, maar strandt in een zekere nietszeggendheid.

De beide andere toneelmuziek hebben veel meer allure, zijn ook donker, maar passend van aard in een post-Wagneriaanse stijl, hoewel in Marsyas (1910) ook veel van Debussy doorklinkt. Het was Eduard Reeser die van de Elektra muziek uit 1920 een mooie symfonische suite maakte.

In 1990 besteedde Chandos met het Residentie orkest onder Hans Vonk de nodige aandacht aan Diepenbrock (CHAN 10029), maar het moet gezegd dat de andere Nederlander Antony Hermus meer affiniteit met deze materie toont en geëngageerder te werk gaat. Hij kleurt de muziek fraai in, geeft deze karakter en beschikt over een orkest met fluwelige strijkers en dartele houtblazers.