CD Recensies

DOHNÁNYI: PIANOKWINTETTEN NR. 1 EN 2; SEXTET

Dohnanyi: Pianokwintet nr. 1 in c op. 1; Sextet voor piano, klarinet, hoorn en strijkers in C op. 37. András Schiff met het Takács kwartet, Kálmán Berkes (kl) en Radovan Vlatkovic (hrn). Decca 421.423-2, 480.7406 (75’10”). 1987

 

Dohnanyi: Being EaRNeST. Pianokwintet nr. 2 in es op. 26; Sextet voor piano, klarinet, hoorn en strijkers in C op. 37. Ensemble Raro. Solo Musica SM 250 (54’22”). 2016

 

Het is goed om van Ernö Dohnányi (1877-1960) meer te leren kennen dan zijn  Variaties op een kinderliedje (Kortjakje) voor piano en orkest. De Hongaar was een veelzijdig man: componist, pianist, dirigent, lange tijd directeur van het conservatorium in Boedapest.

Zij grote gaven blijken al meteen uit het pianokwintet nr. 1 dat hij als zeventienjarige schreef en dat Brahms in Wenen meteen programmeerde in 1895 omdat hij in hem een waardige opvolger op dit gebied zag. Brahms’ invloed is het best merkbaar in het tweede thema van het eerste deel en de 3/2 kruisritmen van het scherzo. Maar in het langzame deel vinden we ook nog iets van Schumann terug.

Het sextet ontstond veertig jaar later in 1935 en klinkt nog rijper. Het is in harmonisch opzicht geavanceerder en in ritmisch opzicht plooibaarder met dreigende marspassages in het intermezzo (dreiging W.O.II?). Verderop horen we iets van volksmuziek in het heel gevarieerde werk met een luchtig 6/8 scherzo en een vrolijke finale.

De vertolking van het sextet door Hongaarse musici met een uitstekende Servische hoornist is voortreffelijk en ook het kwintet met de al even voortreffelijke András Schiff is knap, geconcentreerd en toegewijd.

Het in  2004 geformeerde Raro ensemble bestaat uit pianiste Diana Ketler, de violisten Alexander Sitkovetsky en Daniel Rowland, cellist Bernhard Naoki Hedenborg, klarinettist Thorsten Johanns en hoornist Olivier Darbellay, jonge enthousiaste musici die dienovereenkomstig met jeugdig élan spelen en zich behalve over het sextet over het tweede pianokwintet, een werk uit 1914  waaruit hetzelfde vakmanschap spreekt en dat even genietbaar is, al krijgt men soms de indruk dat het werk is bedoeld om de leraren van de componist te behagen., met bijvoorbeeld het fugato uit de finale dat pas laat begint te dansen. Maar de uitgebreide finale is erg de moeite waard en wekt herinneringen aan Beethovens op.131. Van dit werk is alleen een andere, oudere opname van Ernö Szegedi met het Tátrai kwartet bekend (Hungaroton HCD 11624) naast die van het Londens Schubert ensemble op Hyperion CDA 66786. Maar de nieuwkomer is zeker zo geanimeerd.

Het sextet is er ook van het Londens Schubertensemble (Hyperion CDA 66786), het sextet van Juhani Lagerspitz c.s. TMD BV 2002), Spectrum (Naxos 8.557153), het Endymion ensemble (ASV CDDCA 943), het Kheops ensemble (Fuga Libera FUG 585) en andere ensembles waarvan de opnamen niet nader bekend zijn.