Debussy: Images; Jeux; wals La plus que lente (bew). San Francisco symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas, San Francisco Symphony 821936-0069-2 (60’21”). 2013/4
Neem Debussy’s Jeux. Van alle drie de balletten is dit het enige dat hij zelf voltooide. Het was ook zijn enige opdracht van de grote Russische impresario Diaghilev met een choreografie van Nijinsky. De eerste uitvoering was geen groot succes en het stuk raakte in de vergetelheid tot in de jaren vijftig vorige eeuw toen de technische elementen een lichtend voorbeeld werden voor de Europese avant-garde, aangevoerd door Pierre Boulez.
Het aanvankelijke fiasco lag waarschijnlijk aan twee factoren. Het werk werd in de schaduw gesteld door de spraakmakende première van Stravinsky’s Sacre twee weken later. Bovendien was het met net geen twintig minuten niet alleen te kort met slechts twee dansen maar ook te schamel van inhoud.
Het ballet begint bij zonsondergang in een tuin waar een jongen en een meisje zoeken naar een verloren bal. Ze spelen spelletjes die steeds erotischer worden tot een tweede tennisbal voor hun voeten landt en de betovering wordt verbroken, waarna ze verschrikt wegrennen in de nacht.
Misschien werkte het ingehouden karakter van de muziek met ongrijpbare melodieën en texturen ook niet mee. Het begin is heel raadselachtig voordat de spelletjes beginnen en flarden van thema’s gaan rondwervelen, even naar de achtergrond wijken en weer heviger tevoorschijn komen, maar pas de volle aandacht krijgen in de haast uitzinnige wals aan het slot.
Het was Victor de Sabata die in 1947 voor een der eerste geslaagde opnamen van het werk zorgde (Testament SBT 1108). Daarna volgden Haitink (Philips 438.742-2), Martinon (EMI 365.235-2), maar nu lukt het ook Tilson Thomas om dit vrij lastig in al zijn gelaagdheid te realiseren werk door een combinatie van precisie en plooibaarheid op betoverende wijze te realiseren. Hij zorgt er ook voor dat de individuele kleur timbres heel mooi en helder klinken. Maar ook het licht atletische karakter van de sportieve kinderen wordt goed getroffen.
Geen wonder dat zo’n aanpak ook de stemmingsbeelden van de Images ten goede komt en de zeseneenhalve minuut van het kort na de Préludes in 1910 geschreven pianowerk La plus que lente klinkt heel kleurig en sfeervol. Een wonderwel gelukt Debussyprogramma.