CD Recensies

DVORAK: BAGATELLEN NR. 1-5; TERZETTO; STRIJKKWINTET

Dvorak: Bagatellen op. 47, B. 79 nr. 1-5; Terzetto in C op. 74, B. 148; Strijkkwintet in G op. 77, B. 49. Scharoun ensemble. Tudor 7187 (69’54”). 2013

 

In 1878 schreef Dvorak zijn vijf Bagatellen voor een groepje musici dat iedere woensdagavond in Praag samenkwam ten huize van een cellospelende muziekjournalist die zelf geen vleugel, maar wel een harmonium ter beschikking ha. Dvorak zelf nam de altvioolpartij voor zijn rekening. De componist kende blijkbaar de mogelijkheden van het harmonium aardig, soms laat hij het instrument klinken als een kamergel, soms ook als een accordeon of een groepje blazers. Toen het werk bij Simrock in druk verscheen, stond hij erop dat de piano als mogelijkheid werd vermeld, maar passender is natuurlijk toch het gebruik van een harmonium, zoals hier. Het was in die tijd behoorlijk in zwang en zeker niet alleen als ‘cirkelzaag Gods of bigotte oude tante’ zoals in bepaalde Nederlandse kerkelijke kringen.

In deze opname zijn de vijf Bagatellen gekoppeld aan het Strijkkwintet in G uit 1888 met de niet alledaagse contrabas om letterlijk de baskant te versterken. Het Terzetto uit 1887 is niet anders dan een strijktrio voor 2 violen en altviool, ook een niet alledaagse bezetting. Met name in de scherzi van beide werken zijn duidelijk Boheemse volksliedinvloeden te horen.

Het in 1983 opgerichte Berlijnse Scharoun ensemble is genoemd daar de architect van de Philharmonie en bestaat uit leden van het Berlijns filharmonisch orkest: Wolfram Brandl en Rachel Schmidt (v), Micha Afkham (va), Richard Duven (vc) en Peter Riegelbauer (cb) samen het harmoniumspeler Wolfgang Kühnl.

Zware eisen worden in deze drie werken niet aan de uitvoerenden gesteld, dus kunnen ze zich zoals hier geheel wijden aan virtuoze, expressieve en hoogst welluidende interpretaties. Het is de combinatie werken die deze uitgave zo attractief maakt. Natuurlijk zijn er ook andere.

Zo zijn er heel wat meer opnamen van de Bagatellen, met name Tsjechische opnamen van Jaroslav Tùma met het Panocha kwartet (Supraphon SU 3391-2) en het Prazák kwartet (Praga PRD 250.110), er is een pianoversie van Frank Braley met het Ensemble Explorations (Harmonia Mundi HMC 90.1880) en er is een georkestreerde vorm met het Beethovenhalle orkest Bonn o.l.v. Dennis Russell Davies (Schwann 311116).

Een mooi alternatief van het kwintet is er bijvoorbeeld van Archibudelli (Sony SK 89605), Hans Roelofsen en het Prazák kwartet (Ottavo OTR C 69237) en Alois Posch met het Leipzigs kwartet (MDG MDG 907-1847-6), maar ook hier gaat de voorkeur tenslotte uit naar de Berlijners.