Dowland: Luitliederen. Can she excuse my wrongs; O sweet words, the delight of solitarienesse; It was a time when silly bees could speak; I saw my lady weep; Flow my teares, ‘Lachrimae’; Sorrow, stay; Dye not beefore thy day; Mourne, mourne, day is with darknesse; Fine knacks for ladies; Farewell too faire; Time stands still; Behold a wonder here; Daphne was not so chaste; Me, me, and none but me; When Phoebus first did Daphne love; Say, love, if ever thou didst find; His golden locks Time hath to silver turned; Time’s eldest sonne; Far from triumphing court. Emma Kirkby (s) en Anthony Rooley (luit). BIS SACD 1475 (65’22”). 2004
Flow my tears uit 1600 (niet aanwezig in dit recital) is een van de luitliederen die Dowland in vier bundels publiceerde en een lied dat misschien wel het mooist iets weerspiegelt van de consistente cultus van de melancholie die aan het hof van koningin Elizabeth heerste. Hoewel hij ook gebruik maakte van teksten van bekende dichters, zijn de meeste anoniem, zeker die van de meest lugubere, zoals ‘In darkness let me dwell’ en ‘Go crystal, tears’.
Dowlands grootheid als liedcomponist lag in zin vermogen om zijn muziek precies aan te passen op de tekst, op de gevoelens die met de woorden worden uitgedrukt. Een gave die hem dichter in de buurt bracht van de Italiaanse madrigalisten dan van zijn Engelse tijdgenoten.
Met de vereiste eenvoud en directheid zingt Emma Kirkby hier met heldere, haast instrumentale stem een aantal van deze liederen, steeds zorgend voor voldoende expressie. Rooley begeleidt voorbeeldig.
Kirkby en Rooley namen nog heel wat meer van deze luitliederen op (Virgin 562.410-2, 2 cd’s).√