Durante: Requiem in c; Orgelconcert in Bes. Alexandra Kidgell (s), Katy Hill (s), William Purefoy (ct), Mark Dobell (t), Ben Davies (bs) met het Christ Church kathedraal koor c.q. Clive Driskill-Smith (org) en Oxford baroque o.l.v. Stephen Darlington. Coro COR 16147 (63’27”). 2016
Lang genoot Francesco Durante (1684-1755) grotere bekendheid als leraar van Pergolesi, Jomelli, Traetta en Piccini dan als componist. Hi studeerde als Napolitaan bij A. Scarlatti en (mogelijk) bij Pasquini, verbleef een poos in Rome voordat hij naar Napels terugkeerde waar hij directeur van een aantal conservatoria werd.
Verondersteld wordt dat zijn Requiem in c – een van de drie die hij gecomponeerd heeft - 1747 in de S. Giacomo degli Spagnoli op de Piazza Navona in Rome werd uitgevoerd ter nagedachtenis van de Spaanse Philips V. Gek genoeg werd het destijds populaire werk nooit gepubliceerd maar leefde het voort dankzij wel vijftig of meer bronnen van de autograaf uit 1746 tot een kopie uit 1871.
Uit veertien van die manuscripten stelde dirigent Stephen Darlington een ‘performing edition’ samen.
Uit wat dat oplevert valt te oordelen dat Durantes gaven als contrapunticus evident zijn en dat hij op vrij schoolse, academische wijze te werk ging en muziek maakte. Het werk is melodieus best aantrekkelijk en de muzikale tinten zijn mooi in klassieke zin en op het gebied van woordschildering. Zo is ‘Pleni sunt coeli’ een heel geslaagde dubbelcanon. Maar er zijn ook lichte blijken van opera-invloed in de kerkelijk getinte koren. Twee hoorns vullen het strijkorkest aan in het ‘Tuba mirum’.
Het koor is vijf- en soms zelfs achtstemmig en dat komt hier in deze opname op bijzondere wijze naar voren, want het gaat om een gezamenlijk samenwerking van het Christ Church koor uit Oxford met hoge jongensstemmen met het orkest Oxford baroque en een stel goede vocale solisten uit The Sixteen.
De beide contrasterende sopranen verrichten mooi werk in de duetten. Natuurlijk zijn er dramatisch felle gedeelten, zoals ‘Dies irae’ en ‘ Quid sum miser’ naast expressieve, als ‘Ingemisco tamquam reus’.
Er bestaat een eerdere opname van het Requiem met een Moldavisch koor en orkest o.l.v. Silvano Frontalini (Bongiovanni GB 2152-2), maar deze nieuwe is in de meeste opzichten beter.
Aanvullend is een sterk contrasterend orgelconcert opgenomen; het is een vrij zeldzaam exemplaar in dit genre uit de Italiaanse barok.