CD Recensies

DUTILLEUX: PIANOWERKEN (COMPLEET)

Dutilleux: Pianosonate; Préludes nr. 1-3; Au gré des ondes; Bergerie; Blackbird; Tous les Chemins… mènent a Rome; Résonances; Petit air à dormer debout; Mini-prélude en éventail. John Chen. Naxos 8.557823 (61’23”). 2005

 

Het componeerproces van Henri Dutilleux is dermate veeleisend en nauwgezet dat zijn volledige piano oeuvre met gemak op één enkele cd is onder te brengen. Als we kijken naar de data waarop ze werden geschreven, blijkt dat het meest om vrij vroege werken gaat, voordat de orkestwerken zijn aandacht opeisten.

Het grootste en belangrijkste is de Pianosonate waaraan hij in 1946 begon. Dit werk werd geschreven voor de in november 2009 op negentigjarige leeftijd gestorven Geneviève Joy die het ook heeft opgenomen (Teldec 0630-14068-2, 3 cd’s, Warner 8573-88047-2). Nog datzelfde jaar trouwde hij met haar.  

Die Pianosonate is een hecht, klassiek gestructureerd driedelig werk waarin soms wordt gerefereerd aan andere componisten, met name

Bartók wiens folkloristische modaliteit uit het beginmotief blijkt

De Maleisische, in Nieuw Zeeland gevestigde pianist John Chen voelt duidelijk een grote affiniteit met de componist. Met zijn genuanceerde, stuwende spel brengt hij veel licht en schaduw in het werk, al hadden stormachtige passages best wat krachtiger gekund. Maar binnen het strenge kader is hij best contrastrijk.

In het Prokofievachtige langzame deel is hij passend beschouwend en in de grootse Choral et variations van het slotdeel treedt hij heroisch naar voren. Het dissonante begin herinnert even een de pianowerken van Copland, die ook na zijn studie in Frankrijk werden geschreven.

Prachtig is het na 1’52” beginnende toccatagedeelte. Al met al zorgt Chen voor briljante lezing van dit veelgelaagde werk.

De meeste van de overige werken zijn miniatuurtjes die slechts een paar minuten duren. Gelegenheidswerken of zuiver functionele. Zes der besten zijn gecombineerd als een suite, Au gré des ondes uit hetzelfde jaar als de Sonate. Onderhoudende muziek, gevoelvol gespeeld.

Toch maken de drie Préludes eigenlijk nog meer indruk. Het zijn de recentste pianocomposities met echo’s van zijn voorganger Debussy en een vriendelijke buiging naar Messiaen. Nummer drie is het substantieelst met zijn verkenning gedurende 7’58” van de sonoriteiten van de moderne concertvleugel.

Ook de heldere, gedetailleerde opname helpt om een succes van deze uitgave te maken.