CD Recensies

DOVE: SIREN SONG

Dove: Siren song. Brad Cooper (t., Davey Palmer), Mattijs van de Woerd (t., Jonathan Reed), Amaryllis Dieltiens (s., Diana Reed), Mark Omvlee (t., Regulator), Marjin Zwitserlood (bs, Kapitein), John Edward Serrano (spr., seiner) met het Siren ensemble o.l.v. Henk Guittart. Chandos CHAN 10472 (77’37”). 2007 

 

Tijdens het Orlando Festival in augustus 2017 heeft directeur Henk Guittart, eerder behalve docent ook altist van het Schönberg ensemble, de veelzijdige Engelse componist Jonathan Dove (19… ) als composer in residence uitgenodigd. Tien jaar eerder werd tijdens het Amsterdamse Grachten Festival door hem reeds de eenakter Siren Song uitgevoerd en gelukkig bestaat daarvan een opname.    

Het verhaal hiervoor is op basis van een novelle van Gordon Honeycombe over een naïeve zeeman die zijn financiële ondergang tegemoet gaat nadat hij via een contactadvertentie verliefd is geraakt op een fictieve Diana. Het libretto is van Nick Dear. In werkelijkheid gaat het om de doortrapte Brian Trevis die zich Jonathan noemt en de zeeman onder allerlei valse beloften 18,000 pond aftroggelt. De arme zeeman Davey wordt dan ook nog valselijk als homo bestempeld, wat al helemaal niet is geaccepteerd, zeker niet in de Navy. Maar het bedrog wordt onderkend en het is tenslotte Jonathan die verdwijnt in de gevangenis.

Het is knap hoe Dove dit gegeven tot een vijf kwartier durend hecht geheel heeft gesmeed. Het werk heeft vaart en wekt sympathie voor Davey; farce aan het begin(als zelfs de Star spangled banner even voorbijkomt) en tragiek verderop zijn evenwichtig verdeeld. Het slot heeft iets elegisch. In zoverre heeft Siren Song wel iets van Brittens Turn of the screw, een werk dat mogelijk zijdelings als inspiratiebron diende. Maar ook is er iets van de soepele, enig pathos niet vermijdende keurig uitgevoerde post-minimalistische begeleiding in de geest van Adams’ Nixon in China te merken in de begeleiding door een tienkoppig instrumentaal ensemble in de in totaal zeventien taferelen.

Ook de vocale bezetting stelt geheel tevreden. De lyrische tenor Brad Cooper is in zijn wat kinderlijke onvolwassenheid en kwetsbaarheid aan het begin en zijn kwaadheid aan het slot heel geloofwaardig. Amaryllis Dieltiens als Diana (die haar liefdesbrieven zingt) is passend van karakter, ook in haar latere tekstloze reacties op Davey’s smeekbeden. 

Als Jonathan geeft Mattijs van de Woerd blijk van gevoel voor humor. Steeds komt het filmische karakter van deze opera mooi naar voren. Klein nadeel van deze ‘live’ opname is dat met name de instrumentale kant niet steeds helemaal ongeschonden uit de verf komt.