Dvorak: Symfonie nr. 1 ‘De klokken van Zlonice’ op. 3, B. 9. Neurenbergs staats filharmonisch orkest o.l.v. Marcus Bosch. Coviello COV 91718 ( 51’  ).

Op Coviello is Marcus Bosch bezig aan een volledige opname van Dvoraks symfonieën. Daarin verschenen tot nu toe de nrs. 3 en 7 (COV 31212), 4 en 8 (COV 91412) en 6 met Vodnik, de waterkobold (COV 31316). Parallel daaraan brengt SWR Music een identieke reeks van het Omroeporkest Saarbrücken/Kaiserslautern onder Karel Mark Chichon.

Dat werpt de vraag op: is er echt behoefte aan zulke nieuwe integrale opnamen, al dan niet vergezeld van symfonische gedichten?

We beschikken immers al over prachtige opnamen van Kertész (Decca 478.6459, 5 cd’s), Kubelik (DG 463.1582-2, 6 cd’s), Serebrier (Warner 2564-613201, 7 cd’s) en Belohlávek (Decca 478.6757, 6 cd’s). Tijdenlang ging het primaat tussen Kertész en Kubelik met een lichte voorkeur voor eerstgenoemde. Later had Belohlávek het voordeel van de beschikbaarheid van het Tsjechisch filharmonisch orkest en de wat gevorderde opnametechniek.

Wat Bosch laat horen in de recent toegevoegde eerste symfonie uit 1865 met de merkwaardige ondertitel De klokken van Zlonice die in de partituur niet wordt genoemd, staat op meer dan Duits provinciaal niveau, zeker voor een concertregistratie, ook al klinkt het werk enigszins grof en liefdeloos afgewerkt, terwijl ook de opname niet bijzonder geslaagd is omdat het aan transparantie ontbreekt. Zodat alles bij de oude voorkuren blijft.

Probleem is wel dat van Dvoraks Symfonie nr. 1 zoo weinig afzonderlijke opnamen zijn verschenen. Daarvoor kom je dan toch gauw terecht bij  Kubelik (DG 469.550-2), Václav Neumann (Supraphon 2143) en N. Järvi (Chandos CHAN 8597). Maar dat is wel een verstandiger stap.