CD Recensies

DALL'OGLIO: SONATES VOOR VIOOL EN B.C.

Dall’Oglio: Sonates voor viool en b.c. nr. 1, 4, 8., 9 en 12. Maria Krestinskaya (v), Grigory Kroteko (cb) en Imbi Tarum (kl., orgel). Pan Classics PC 10378 (63’14”). 2017

 

Dat huidige Russische barokmusici uit St. Petersburg zich over de Italiaanse violist en componist Domenico dall’Oglio (ca. 1700-1764) ontfermen is niet zo verwonderlijk. Aanvankelijk werkte hij in Padua, maar in 1736 verliet hij mert zijn celllobroer Giuseppe die stad om twaalf jaar in dienst te treden van het tsaristische hof waar hij betrokken was bij intriges, maar ook violen en luiten bouwde en tal van werken schreef, waaronder een twaalftal Sonates voor viool en basso continuo die in 1738 in Parijs werden gepubliceerd.

Vier daarvan zijn hier opgenomen. Nummer 12 is het langst met liefst elf delen, de rest is gewoon drie-of vierdelig. Op zoek naar nieuw interessant repertoire vond Maria Krestinskaya deze onbekende en vergeten sonates en opvallend genoeg blijken deze qua verbeelding, verrassende harmonische wendingen en dramatiek interessanter dan vergelijkbare werken van ‘oude Italianen’. Mogelijk speelt de blootstelling  van de componist aan buitenlandse invloeden daarbij een rol.

Gelukkig is meteen deze eerste opname van de sonates een schot in de roos. Kriinskaya speelt met veel zwier en een rijke expressie en haar beide partner reageren adequaat op haar. Opvallend dat aan de b.c. kant geen cello, maar een stevige contrabas wordt ingezet.