Donatoni: Kamermuziekwerken. Marsen; Nidi nr. 1 en 2; Clair; Small; Estratto 1, 2 en 4. Gunnhildur Einarsdóttir (hrp), Kristjana Helgadóttir (piccolo), Ingölfur Vilhjálmsson (klar), Elmar Schrammel (p), Petteri Pitko (kl), Aaron Dan (fl). Seth Josel (mand) en Ensemble Adapter. Kairos KAI 0015021 (49’15”). 2015
In de jaren vijftig vorige eeuw toen muzikale revolutionairen als Stockhausen, Boulez en Berio zich bezighielden met totaal serialisme en elektronische muziek componeerde Franco Donatoni (1927-2000) nog in neoklassieke stijl met invloeden van Bartók. Maar nadat hij Bruno Maderna, die hem introduceerde in de wereld van Webern en de avant-garde, had getroffen, veranderde zijn stijl radicaal en raakte hij onder de invloed van Cage en ontwikkelde hij een heel persoonlijke eigen stijl.
Met Spiri voor tien instrumenten uit wierp hij een deur open en kreeg toegang tot een onvoorzien muzikaal terrein. Steeds verkoos hij daarna om zich in kamermuziekwerken te uiten. Het gaat op deze cd om meest korte composities uit de periode 1970-1981, de eerste drie als instrumentale solo voor harp, piccolo en klarinet, Estratto voor pianosolo en de drie resterende voor kleine, ongewone bezetting.
Deze intense, haast geheimzinnige maar zeer persoonlijke muziek zonder opgelegde persoonlijkheid is best bijzonder. De betrokken musici weten er wat speciaals van de maken en plaatsen de componist in een helder daglicht ter gelegenheid van zijn niet meer gevierde negentigste verjaardag.