Debussy: Volledige werken. Diverse uitvoerenden. Warner 2957-36750 (33 cd’s).
Debussy: Volledige werken. Diverse uitvoerenden. DG 479.864-2. (22 cd’s, 2 dvd’s).
Het zal velen niet zijn ontgaan, maar 25 maart 2018 was het honderd jaar geleden dat Claude Debussy in Parijs in her laatste oorlogsjaar overleed.
Gedurende zijn vijfenvijftigjarige turbulente leven, waar in hij vaak door de gemeenschap werd bekritiseerd vanwege slecht gedrag en gepassioneerde affaires, zorgde hij voor een kleine muzikale revolutie door de stijl daarvan om te buigen en een nieuwe richting te geven. Naarmate de tijd verstreek, bleek dat steeds meer potentie en betekenis te krijgen.
Het was Debussy die naast Schönberg en Stravinsky het karakter van de muziek in de twintigste eeuw bepaalde. Niet zoals Schönberg deed door de wortels met het verleden door te snijden, maar door formele grenzen op te heffen en een nieuwe muzikale klankgrammatica samen te s tellen op basis van materiaal uit het verleden.
Die verjaardag was voor twee grote cd labels aanleiding om albums samen te stellen met Debussy’s complete werken.
Sommige uitvoerenden komen in beide edities voor. Op Warner, dat zijn bestanden voor het grootste deel aan EMI, Virgin en Erato ontleent, komen we bijvoorbeeld de volgende tegen:
Roberto Alagna, Pierre-Laurent Aimard, Martha Argerich, Daniel Barenboim, Aldo Ciccolini, Claude Debussy, Natalie Dessay, Ebène kwartet, Carlo Maria Giulini, Philippe Yaroussy, Yehudi Menuhin, Kent Nagano, Itzhak Perlman, Simon Rattle, Gérard Souzay.
Op DG dat put uit moois van Decca, DG en Philips zijn dat o.m.:
Pierre-Laurent Aimand, Daniel Barenboim, Rafal Blechacz, Pierre Boulez, Dino Ciani, Monique Haas, Bernard Haitink, Arturo Benedetti Michelangeli, Charles Dutoit, Zoltan Kocsis, Maurizio Pollini, Gérard Souzay, Jean Yves Thibaudet.
Het verschil in aantal cd’s is vooral te verklaren door het feit dat Warner in musicologisch opzicht meer biedt door onbekende werken als Chanson de brises voor sopraan, vrouwenkoor en piano uit 1882 en – interessanter nog – Diane au bois, een fragmentarische mini opera uit 1885/7 toe te voegen. Verder zijn er bewerkingen die Debussy maakte van composities van andere componisten en fragmenten van Debussy’s pianospel op pianorollen. Het enige wat volgens de samenstellers ontbreekt, is een Intermezzo voor cello en orkest (dat Sally Beamish reconstrueerde en dat door Steven Isserlis is opgenomen op BIS SACD 1782). Wat – enigszins spijkers op laag water zoekend – ook ontbreekt, is het allegro uit een Symfonie in b, oorspronkelijk voor pianoduo (Mikko Franck, Warner 2958-96928-2) van de 18-jarige Debussy dat pas in 1933 werd gepubliceerd. Zo is het aardig dat de ‘symfonische fragmenten’ uit Le martyre de St. Sébastien met James Conlon en het Rotterdams filharmonisch orkest tegen (Erato ECD 75330).
Nogal uniek zijn ook Salut printemps voor sopraan en vrouwenkoor, zowel met piano als met orkest, de zeldzame brokjes Rodrigue et Chimène (bew. Denisov). Debussy’s bewerking voor 2 piano’s van Wagners ouverture Der Fliegende Holländer en Schumanns 6 Études in canonische vorm. Daar staat dan weer tegenover dat Warner niet de gezongen teksten heeft afgedrukt.
Als samenvattend oordeel verdient Warner een 9,5 voor volledigheid, maar scoort DG met over het geheel mooiere vertolkingen en de extra dvd’s.
DG biedt minder muziek, maar vaak de betere vertolkingen en de toevoeging van twee dvd’s is ook waardevol omdat deze twee contrasterende opvoeringen van Pelléas et Mélisande (Abbado en Boulez) bevat, plus wat fragmentarische jeugdwerken.