Dohnányi: Winterreigen op. 13; Pianostukken op. 2 nr. 1-4 en op. 42 nr.1-6; Albumblad; Gavotte en musette in Bes; Humoresques in de vorm van een suite op. 17 nr. 1-5; Rapsodieën op. 11 nr. 1-4. Sofa Gülbadamova. Capriccio C 5332 (2 cd’s, 2u. 18’12”). 2017
Naarmate we wat verlaat meer over hem leren (voornamelijk via de cd), stijgt de bewondering voor Ernö Dohnányi. Als componist, pianist, dirigent en muziekpedagoog behoorde hij naar Liszt, Kodály en Bartók tot de veelzijdigste mensen uit het Hongaarse muziekleven.
Brahms zorgde in Wenen dat zijn werk werd uitgevoerd, Dohnänyi sloot vriendschap met violist Joseph Joachim, doceerde een poosje aan de Musikhochschule in Berlijn, maar ging in 1915 terug naar Hongarije om het muziekleven te reorganiseren en zijn collega’s, onder wie ook Leo Weiner te promoten.
Daarom is het eigenlijk vreemd dat hij in zijn eigen werken niet meeging op nieuwe wegen, maar vasthield aan de laatromantiek. Als leraar aan de Muziekacademie in Boedapest leidde hij een paar generaties musici van naam op, onder meer Georg Solti.
Tijdens W.O. II was Dohnányi samen met zijn zoon Hans en diens aangetrouwde oom Dietrich Bonhöfer actief in het verzet.
Zijn solopianowerken leiden enigszins een schaduwbestaan vergeleken met de Variaties over een kinderliedje en het Sextet.
De van origine Russische Sofja Gülbadamova deed een grote greep uit Dohnániy’s werken voor solopiano en laat goed horen hoe deze veelal in de vorm van karakterstuk gegoten werken inderdaad zijn geworteld in de laatromantische traditie van Brahms. Dat maakt ze natuurlijk wel goed verteerbaar, zeker wanneer ze zo fleurig, poëtisch worden uitgevoerd als door haar.
Ze heeft wel een geduchte rivaal in Martin Roscoe (Hyperion CDA 67871 en 67932), maar haar vrouwelijke charme compenseert veel. Misschien kan ze ook de ontbrekende pianowerken - de Variaties en fuga op een thema van Emma Gruber op. 4, de Passacaglia in Es op. 6, de Pianostukken op. 23, de Suite in oude stijl op. 24, de Concertétudes op. 28 nr. 1-6, de Variaties over een Hongaars volkslied op. 29 en de Pianostukken op. 41 nr. 1-6 - nog opnemen om het beeld compleet te maken.