Dussek: Pianoconcerten nr. 2 in Es op. 1/2, C. 33, 5 in F op. 14 C. 77 en 12 in g op. 49 C. 187. Howard Shelley met het Ulster orkest. Hyperion CDA 68211 (73’35”). 2017
Wie zich op precisie gesteld in het oeuvre van Dussek begeeft, krijgt te maken met een lange waslijst van alleen door toonaard en opusnummer gekenmerkte composities. Het was een uitkomst dat Howard Craw in 1964 orde in die chaos schiep door de grondige Craw nummering in te voeren. Hij kwam tot een totaal van 287 werken.
Dat levert wat de pianoconcerten betreft de volgende situatie op:
Pianoconcert nr. 0 in Bes C. 1 (verloren_
Pianoconcert nr. 1 in C op. 1/1 C. 2 (1783)
Pianoconcert nr. 2 in Es op. 1/2 C. 3 (1783)
Pianoconcert nr. 3 in G op. 1/3 C. 4 (1783)
Pianoconcert nr. 4 in Es op. 3 C. 33 (1787)
Pianoconcert nr. 5 in F op. 14 C. 77 (1791)
Pianoconcert nr. 6 in F op. 17 C. 78 (1792)
Pianoconcert nr. 7 in Bes op. 22 C. 97 (1793)
Pianoconcert nr. 8 in F op. 27 C. 104 (1794)
Pianoconcert nr. 9 in C op. 29 C. 125 (1795)
Pianoconcert nr. 10 in Bes op. 40 C. 153 (1799)
Pianoconcert nr. 11 in g (zonder opus nummer) C. 158 (1798)
Pianoconcert nr. 12 in g op. 49 C. 187 (1801)
Pianoconcert nr. 13 in Es op. 70, C. 238 (1810)
En dan zijn er nog 2 Pianoconcerten van dubieuze herkomst C. D7 en 8.
Een hele klus om ze allemaal op te nemen. Of Howard Shelley dat gaat doen? In 2013 nam hij de concerten nr. 3, 9 en 13 op (CDA 68027), nu vervolgt hij met een nieuw drietal. In hun ontwikkeling zijn deze concerten een stapje verder dan die van Mozart en zelfs Beethoven waardeerde ze. Dussek gaf pianobouwer Broadwood opdracht om een krachtiger instrument voor hem te bouwen.
Opnieuw verleent Howard Shelley als pianist en dirigent met het Ierse orkest deze elegante werken het gewicht en het karakter dat deze waard zijn. Mooi is juist ook het passagewerk.