Duruflé: Orgelwerken. Prélude et fugue sur le nom d’Alain op. 7; Scherzo op. 2; Fugue sur le thème du carillon des heures de la cathédrale de Soissons op. 12; Prélude, adagio et choral varié sur le Veni Creator op. 4; Prélude sur l’introït de l’épiphanie op. 13; Méditation op. post. Suite op. 5; Chant donné. Stéphane Mottoul. Aeolus AE 11161 (74’36”). 2017
Wie het Requiem van Maurice Duruflé (1902-1986) kent, zal in zijn orgelwerken meteen diens conservatieve en heel persoonlijke muzikale stem herkennen. De invloed. Van Dukas , Debussy, Ravel, Tournemire en Vieren is duidelijk en net als die componisten voorzag Duruflé zijn vertolkers van gedetailleerde aanwijzingen.
Stéphane Mottoul, die speelt op het Dalstein & Härpfer orgel van de kathedraal in het Luxemburgse Diekirch volgt die aanwijzingen scrupuleus. Zijn vertolkingen zijn als een plooibare, naadloze muziekstroom, zijn wars van understatement en klinken helder, en gelukkig niet overdreven flamboyant.
Zoals dat bij een integrale opname past, is ook de pas veel later teruggevonden Méditation aanwezig. Zo werd dit een van de eminentste opnamen van dit repertoire. Waarschijnlijk te prefereren boven die van Hans Fagius (BIS CD 1304), John Scott (Hyperion CDA 66368) en Eric Lebrun (Naxos 8.553196/7).