Dvorak: Slavische dansen op. 46 nr. 1-8 op. 46, B. 78; Slavische dansen op. 72 nr.1-8 op. 72, B. 145. Katia en Marielle Labeque. Philips 426.264-2 (68’06”). 1990
Vaak betrof de muziek voor twee klavieren vooral het repertoire waarvan leraar en leerling zich bedienden: denk aan de Sonates voor twee orgels van Soler of de Sonates voor twee klavieren van Pasquini (waarbij de beide spelers elkaar uitdagen middels het improviseren over een basso continuo). In de negentiende eeuw bestond de muziek voor twee klavieren niet alleen uit oorspronkelijke werken zoals bij Schubert en Brahms, maar vaak ook uit arrangementen van symfonisch repertoire en opera of uit amusementsmuziek.
Deze laatste categorie was niet per definitie de geringste, zoals bleek uit de Hongaarse Dansen van Johannes Brahms (die zijn carrière ooit was begonnen in een Hamburgs bordeel) en de zestien Slavische Dansen van Brahms’ beschermeling Antonin Dvorák.
In de jaren 1980-1990 werden de Franse zusjes Katia en Marielle Labèque populair vanwege hun bevlogen en warme vertolking van dit repertoire. Sympathieker dan door hen zijn deze werken vrijwel nooit meer op cd gezet, al kwamen Yaara Tal en Andreas Groethuysen (Sony 88677-79212-2) en het duo Crommelynck (Claves CD 50-9107) een eind.