Delius: A Vilage Romeo and Juliet. Helen Field (s., Vreli), Arthur Davies (t., Sali), Thomas Hampson (b., Dark fiddler), Barry Mora (b., Manz) en Stafford Dean (bs., Marti) e.a. met het Schönberg koor en het ORF Omroeporkest o.l.v. Charles Mackerras. Decca 475.044-2 (2 cd’s, 1u., 51’21”). 1989
Frederick Delius (1862-1934) schreef zin opera in zes taferelen in 1907 en baseerde deze op een kort verhaal van de Zwitserse novellist Gottfried Keller met een mooi tussenspel The walk to the paradise garden. Het werk is verzadigd van Wagneriaanse invloeden, eindigt zelfs met een Liebestod, maar kent ook prachtige en extatische momenten. Om de opera effectief zin te verlenen, moet deze liefst wel voortvarend worden aangepakt om de vaart erin te houden. Daarvoor zorgt Mackerrras die daarvoor met Angelsaksische zangers naar Wenen ging.
De wandelin in de paradu=ijstuin is een mooie climax, zoals de verdrinkingsdood van de gelieven Sali en Vreli dat in dramatisch opzicht is. Helen Field en Arthur Davies vormen een onafscheidelijk liefdespaar en Thomas Hampson maakt wat bijzonders van de beste rol, namelijk die van de Black fiddler die hen uit het alledaagse leven rukt. Mackerras dirigeert met veel overtuigingskracht en maakt duidelijk dat deze opera toneelwaardig is.