CD Recensies

DOWLAND: LACHRIMAE, NIGEL NORTH, LES VOIX HUMAINES

Dowland: Lachrimae. Nigel North (lt) met Les voix humaines. Atma ACD 2761 (58’52”). 2017

 

In een publicatie uit 1604 presenteerde John Dowland zen stukken ensemblemuziek op basis van de vier dalende noten van het Lachrimae thema die hij Lachrimae of Seven tears figured in seven passionate pavans noemde. Deze bundel bevat in totaal 21 stukken, de meeste voor sololuit en een ensemble van een sopraan-, drie tenor- en een basinstrument van de  viola of gambafamilie.

Deze Seven tears vormen een sequens van variaties, die alle beginnen met het Lachrimae thema en zich tot ander materiaal ontwikkelen dat van het ene naar het andere deel wordt doorgegeven.

De benaming pavan verwijst naar een vroeg zestiende eeuwse hofdans, maar hier is de stijl van het genre bedoeld en zijn de stukken niet geschikt voor de dans.

Vóór de Seven tears, namelijk in zijn liedboek uit 1600, had Dowland al een liedversie van de Lachrimae-pavan opgenomen met de tekst ‘Flow my tears’. Nu wordt aangenomen dat de componist zelfs hiervoor al een versie voor luit had geschreven dat de oorspronkelijke vorm had kunnen zijn.

In zijn diverse gedaanten oogstte de muziek zoveel succes dat het in zo’n honderd manuscripten en drukken uit die tijd verscheen.

De Lachrimae zijn sterk vertegenwoordigd op cd.Bijvoorbeeld van Peter Hofmans Parley of instruments (Hyperion CDA 66637), Fretwork (Virgin 545.005-2), The king’s noise (Harmonia Mundi HMU 90.7275) Phantasm (Linus CHK 527) en Jordi Savall (Astrée E 8701).  

Luitenist Nigel North en Susie Napper en Margaret Little van Les voix humaines gaan in hun presentatie een stapje verder en lassen tussen de Lachrimaedelen nog wat extra dansen en luitliederen uit A                            pilgrim’s solace en de tweede bundel Songs or aryes in. Zo krijgen we achtereenvolgens te horen: ‘Lachrimae, or seven tears’, ‘Captayne Pipers galliard’, Coranto ‘Were thought an eye’, ‘Dowland’s adew for master Oliver Cromwell’, ‘Earl of Essex, his galliard’, ‘Gaillarda Pauana lacrimae’, ‘Mr. Henry Noell his galliard’, ‘Mr. George Whetehead his almand’, ‘Mr, John Langton’s pavan’ en ‘Sir John Souch his galiard’.

Belangrijker is dat deze musici een heel erg sprekende, haast retorische en tamelijk vrije stijl tonen en vrij nadrukkelijk fraseren om zo ook voor een vab de fijnste opnamen van dit werk te zorgen.