CD Recensies

DVORAK: SINT LUDMILLA

Dvorak: Oratorium St. Ludmilla op. 71, B. 144. Adriana Kohútková (s., Ludmilla), Karla Bytnarová (a., Svatana), Tomáš Černý (t., Ivan) en Peter Mikuláś (bs., Bořivoj) met het Slowaaks koor en orkest o.l.v. Leoš Svarovský. Naxos 8.574023/4 (2 cd’s, 2u. 21’23”) 2018

In 1886 schreef Dvorak dit, zijn derde oratorium op tekst van de Tsjechische dichter Jaroslav Vrchicklÿ over Sint Ludmilla waarin een beeld wordt gegeven van het beginnende Christendom in Bohemen. Buiten eigen land is het werk nauwelijks bekend en moeten we het via radio en cd leren kennen.

Het blijkt een wat ongelijkmatige compositie te zijn, maar het bevat wel een stel prachtige aria’s, vooral in het eerste gedeelte over de Boheemse prinses Ludmilla en een stel landelijke dansen in de beste Dvoraktraditie. Ook de rustieke, lente-achtige taferelen zijn zeer de moeite waard. Daar staan minder gelukkige gedeelten tegenover, bijvoorbeeld wanneer de gewichtig zwammende priester aan het woord is om haar te bekeren en zo Bohemen te kerstenen. Wel zijn er ook heel mooie bijdragen van het koor.

Adriana Kohútková zingt heel charmant tijdens de lentetaferelen en toont haar verwarde gevoelens goed tijdens roep op Christen te worden van de heremiet Ivan. Tenor Tomáš Černý draagt die rol met warmte voor.

Ondanks de trouwe steun van haar gedienstige Svatana, een fraai door Karla Bytnarová gezongen rol, raakt Ludmilla nog meer in de war bij de komst van Bořivoj die met zijn mannen op jacht is=m maar merkt dat hij een interessanter prooi heeft ontdekt. Peter Mikuláś doet hoorbar zijn best om haar voor zicht te winnen, maar moet toezien dat ze verloren is nadat ze haar geloof heeft gevonden.

Toch is er een gelukkig slot als Ludmilla een kleinzoon blijkt te krijgen in de gedaante van St. Václav (koning Wenceslas). De handeling is niet het sterke punt hier, de muziek wel.

Václav Smetácek maakte in 1994 in Praag een opname van het oratorium (Supraphon SU 11-2141-2), Gerd Albrecht in 2000 in Keulen (Orfeo C 513.992) en Jíri Belohlavek in 2004 weer in Praag (Arco Diva 0078-2). Die opnamen zijn me niet bekend, maar de nieuwe is op zichzelf beschouwd best overtuigend en kent fraaie solobijdragen.