Dvorak: Sextet in A op. 48, B. 80; Strijkkwintet in Es op. 97, B. 180. Veronika Hagen (va) en Gary Hoffman (vc) met het Jerusalem kwartet. Harmonia Mundi HMM 90.2320 (66’57”). 2017
Van dit tweetal erken samen heb ik sinds 1988 bovenal de opname van het Raphael ensemble gekoesterd (Hyperion CDA 66308, CDH 55.405), Daarna beleefde ik ook vel genoegen aan het ad hoc gezelschap van Christian Tetzlaff en Florian Donderer (v), Isabelle van Keulen en Rachel Roberts (va) en Gustav Rivinius en Quirine Viersen (vc) (AVI 855.3207).
Maar nu ben ik geneigd om met een vrij smalle marge de voorkeur te geven aan deze recentere uitgave.
Beide composities behoren tot de meest melodieuze en exuberantste kamermuziekwerken van Dvorak. Er liggen vijftien jaar tussen het ontstaan van beide. Het Sextet heeft een duidelijk Boheemse inslag, in het tijdens een vakantie met zijn familie onder Tsjechische landverhuizers in Iowa gecomponeerde Kwintet horen we een afdruk van Amerikaanse muziek vermengd met mer=t enige Boheems nostalgie.
Behalve heel melodieus zijn de twee nogal rapsodische werken ook vervuld van enige melancholie.
Het Jerusalem kwartet bestaat uit Alexander Pavovsky en Sergei Bresler (v), Ori Kam (va) en Kyril Zlotnikov (vc) verplaatst de luisteraar meteen geheel in Dvoraks klankwereld en zorgt met beide gasten voor warmbloedige, met veel verve en grote eensgezindheid gespeelde uitvoeringen die een rijk basfundament hebben. Soms breek echt even de zon door na weemoedige momenten. In de variaties danst, marcheert en zwiert de muziek. Heel fraai.
In tegenstelling tot wat op de achterkant van de cover wordt beweerd, worden de werken in chronologische volgorde gespeeld.