Druschetzky: Hobokwartetten in C, g, F, Es, Bes; Janáček: ‘Welterusten’ uit Een overwoekerd pad JW. VIII/17 (bew.). Grundmann kwartet. CPO 555.171-2 (77’58”). 2014
Van de Tsjech Georg Druschetzky (1745 - 1819) is bekend dat hij als componist, paukenist en hoboïst aanvankelijk diende diende in een militair regiment dat in verschillende steden was gelegerd en waarin hij met name als paukenist actief was. In 1783 belandde hij in Wenen en drie jaar later werd hij kapelmeester in Bratislava.
Muziek ging hij vanaf eind jaren 1770 schrijven, in de eerste plaats voor zijn militaire ensemble. Uit zijn pen kwamen 27 symfonieën en concerten voor verschillende instrumenten, waaronder enige voor zes, zeven of acht pauken en orkest, die hem de bijnaam ‘Oberösterreichischer Landschaftspauker’ bezorgden, maar een functie die hij ook werkelijk had.
Verder schreef hij een paar opera’s, een Missa solemnis en de nodige kamermuziekwerken, waaronder (in Wikipedia niet vermelde) tien Hobokwartetten die in 1808 als cyclus werden gepubliceerd en werken voor hobo en strijktrio. Als hofcomponist was hij een poos bij aartshertog Joseph on Habsburg in dienst
Van een viertal van die kwartetten en eveneens vier trio’s bestaat een opname met Lajos Lencsés (Hungaroton HCD 32491). Wie deze werken voor het eerst hoort, zal verbaasd zijn over de inventiviteit en de verbeeldingskracht die de componist toonde in deze spirituele, soms even heel geestige werken.
Fijn dat ze als het ware zijn herontdekt en dat het uit Eduard Wesly (h), Ulrike Titze (v), Bettina Ihrig (va) en Ulrike Becker (vc) bestaande Grundmann kwartet ze meteen zo mooi op ‘historische instrumenten’ speelt als begin van de complete cyclus. Leuk, die totaal andere Janáček goede nachtzoen als afscheid.