Dessau: Strijkkwartetten nr. 1-7. Nieuw Leipzigs kwartet. CPO 999.002-2 (2 cd’s, 1u. 39’52”). 1994
De Duitse componist Paul Dessau (1894 - 1979) die tijdens zijn verblijf in Frankrijk tijdens de Nazitijd ook de pseudoniemen Henry Herblay en Peter Daniel gebruikte, ontvang zijn eerste muzieklessen van zijn grootvader die voorzanger in een Hamburgse synagoge was en trad als elfjarige reeds op als violist. Van 1910-1912 studeerde hij aan tet Klindworth-Scharwenka conservatorium in Berlijn en begon kort daarop als dirigent. Na de opkomst van het Nazisme vluchtte hij naar Parijs, waar hij bevriend raakte met René Leibowitz die hem inwijdde in de geheimen van het twaalftoonssysteem.
In 1939 emigreerde hij naar de V.S., vestigde zich in New York en raakte daar bevriend met Bertolt Brecht, met wie hij ook ging samenwerken. Maar in 1948 keerde hij terug naar de DDR waar hij als een van de belangrijkste componisten werd. Zijn avantgardistische muziek kreeg daar veel kritiek, maar werd getolereerd; van zijn kant hield Dessau een kritische afstand tot het regime.
In zijn zeven Strijkkwartetten uitte hij zich in een abstract genre, wat wel zo aangenaam is. Nr. 4 draagt de bijnaam Barbarakwartet. De uitvoeringen van het Nieuw Leipzigs kwartet doen deze werken stuk voor stuk alle recht.