Draghi: El Prometeo. Fabio Trümpy (t., Prometeo), Scott Conner (bs., Peleo), Mariana Flores (s., Tetis), Giuseppina Bridelli (ms., Nisea), Borja Quiza (b., Satyro), Zachary Wilder (t., Mercurio), Ana Quintans (s., Minerva), Kamil Ben Hsaïn Lachiri (b., Hercules), Victor Torrès (b., Nereo), Anna Reinhold (ms., Pandora), Alejandro Meerapfel (b., Jupiter) en Lucía Martín Cartón (s., Aragne) het het Namens kamerkoor en de Cappella Mediterranea o.l.v. Leonardo García Alarcón. Alpha ALPHA 582 (2 cd’s, 2u., 08’34”). 2019
De Italiaan Antonio Draghi (1634 - 1700) was sinds 1658 lid van de Weense hofkapel en werd daarvan in 1682 tot de opvolger van Schmelzer. Hij schreef zijn opera El Prometeo in december 1669 en had daarmee de waarschijnlijke primeur de eerste opera in de Spaanse taal te hebben gecomponeerd. Het is een compositie in Venetiaanse stijl op een tekst die mogelijk van Calderon is en waarin vier verhalen - het liefdesverhaal van Thetis en Pelée, de tragische fabel van Aragne, de mythe van Prometheus en de geschiedenis van Pygmalion - zijn gebundeld. Dertien personages - sterfelijk, onsterfelijk, goden, vorsten en dienaars - verschijnen ten tonele en vinden na allerlei complicaties een happy end.
Lang bleef het werk in vergetelheid totdat het in februari 2018 weer met succes in Dijon werd opgevoerd dankzij de bemoeienis van Laurent Delvert. Op dirigent rustte niet alleen de taak van deze presentatie, hij moest ook aan de hand van voorhanden materiaal de verloren ge raakte derde acte reconstrueren. Het resultaat, hoewel sms wat pathetisch, mag geslaagd worden genoemd.
Sterke rollen zijn weggelegd voor de heldhaftige Prometheus van tenor Fabio Trümpy, de ontroerende Mariana Florès als Tetis, de met gezag optredende Ana Quintans als Minerva en Anna Reinhold als Pandora. Goed ook de heel menselijke Lucía Martín Cartón als Aragne, de trouwe Mercurius van Zachary Wilder en feitelijk alle andere betrokkenen.
Niet vergeten worden mag het belangrijke aandeel van het koor uit Namen en de glans die Leonardo García Alarcón met de Cappella Mediterranea aan dit boeiende werk verleent. Goed, dat dit juweeltje uit de hoogbarokke operaliteratuur meteen zo goed voorhanden is.