Denyer: Silenced voices. ‘Woman, viola and crow’; ‘Two beacons’; ‘Tentative thoughts, silenced voices’; ‘Ghosts again’. Elisabeth Smalt (va) en The Barton workshop. Mode 198 (55’57”). 2006
De Britse componist Frank Denyer (1943) uit zich na een studie Niet-Westerse muziek bij voorkeur in composities voor nieuwe, ongebruikelijke en structureel gemodificeerde instrumenten die tot markante nieuwe geluiden aanleiding geven. Ook heeft hij een voorkeur voor strijkers con sordino en gestopt koper. De menselijke stem gebruikt hij bij voorkeur alleen vocaliserend.
In 1990 stichtte hij met James Fulkerson in Amsterdam de Barton Workshop om zin eigen werken en experimentele Amerikaanse muziek van Feldman, Wolff, Cage, Hunt, Tenney, Lucier en anderen uit te voeren. Voor Yoshikazu Iwamoto schreef hij werken voor shakuhachi (Continuum CCD 1026).
Op de cd Silenced voices krijgen we eerst ‘Woman, viola and crow’ uit 1984 te horen. Het werk werd geschreven voor de Nederlandse altvioliste Elisabeth Smalt, een specialiste in eigentijdse muziek. Ze moet niet alleen de ingewikkeldste toeren uithalen op haar altviool con sordino, maar ook vocaliseren, een ratel op haar rug op gang brengen, hoorbare voetstappen op aparte schoenen produceren en er loeit tweemaal een koe. Hoe krijg je het verzonnen. Maar ze krijgt het keurig voor elkaar.
‘Two beacons’ uit 2005 en ‘Tentative thoughts, silenced voices’ uit 2003 zij voor een ensemble van stemmen, diverse strijkinstrumenten (waaronder de Indische sarangi en santur), slagwerk en ‘verschijningen’ achter de bühne die in het eerste stuk bestaan uit een vocaal ensemble en in het tweede uit een trompet.
‘Ghosts again’, ook uit 2005 is voor twee sextetten, het ene homogeen, het andere heterogeen. Men kan dit een geforceerd, gewild allegaartje vinden, maar het heeft best iets unieks en fascinerends, net zoals dat bijvoorbeeld bij de werken van Morton Feldman het geval is. Aangenomen mag worden dat de componist zelf tevreden is over de bereikte resultaten.
Er is nog een andere cd met werken van Denyer: Finding refuge in the remains (Et’cetera KTC 12210) uit 1999.