CD Recensies

DAVIDOV: CELLOCONCERTEN NR. 1-4 E.A.

Davidov: Celloconcerten  nr. 1 in b op. 5 en 2 in a op. 14; Tchaikovsky: Rococovariaties op. 33. Wen Sinn Yang met het Lets nationaal symfonie orkest o.l.v. Terje Mikkelsen. CPO 777.263 (65’23”). 1998 

Davidov: Celloconcerten nr. 3 in D op. 18 en 4 in e op. 31; Tchaikovsky:  ’Nocturne’ uit Morceaux op. 19/4; Pezzo capriccioso op. 62; ‘Andante cantabile’ uit Strijkkwartet nr. 1 in D op. 11. Wen-Sinn Yang met het Shanghai symfonie orkest o.l.v. Terje Mikkelsen. CPO CPO 777.432-2 (71’39”) 2009

Karl Yulievich Davidov (of Davydov, 1838 - 1889) behoorde tot de grootste Russische cellisten en wer d door Tchaikovsky die werken voor hem componeerde omschreven als de ‘tsaar der cellisten’. Aanvankelijk studeerde hij wiskunde in St. Petersburg, maar ging later cello studeren in Leipzig, componeerde in zijn vrije tijd voor eigen doeleinden en werd directeur van het conservatorium in St. Petersburg.

In 1870 schonk graaf Wilhorsky hem een Stradivarius cello uit 1712 die later in handen kwam van Jacqueline du Pré en Yo-Yo Ma. Behalve aan cellowerken dacht Davidov eraan om ook een opera Mazeppa te schrijven maar door tijdgebrek kwam het daar niet van en nam Tchaikovsky die taak over.

Gelukkig zijn daar wel zijn vier Celloconcerten, werken voor een virtuoos in bel canto stijl met echo’s van Tchaikovsky, Schumann en Paganini; iets van Schumann is te horen in Celloconcert nr. 2, dat een vrij emotionele indruk maakt. Er is ook te horen waar Saint-Saëns, Glazoenov en Bridge hun inspiratie uit putten. Davidov als troubadour van de cello met een voorkeur voor mooie melodieën in plaats van solistisch vuurwerk.

Wen-Sinn Yang geeft alle tekenen dat hij zich deze werken geheel eigen heeft gemaakt en zorgt voor spirituele en sympathieke vertolkingen die attent zijn begeleid.