Dusapin: Passion. Keren Motseri (s), Georg Nigl (b), Ueli Wiget (kl) met het Vocalconsort Berlin en het Ensemble Modern o.l.v. Franck Ollu. Eigen beheer EMCD 0147 (74’11”). 2016
De ‘dans opera’ Passion van Pascal Dusapin beleefde zijn eerste opvoering tijdens het festival in Aix-en-Provence in 2008. Daarin wordt het aloude verhaal van Orfeus en Euridce op een heel nieuwe manier herverteld door 2 zangers, zes dansers, een koor achter het podium en een kamerorkest dat historische klankkenmerken vertoont. Er wordt dus inderdaad gezongen en gedanst, alleen is natuurlijk van dat laatste weinig te merken op een cd.
Het concept is fascinerend. Componisten waren al eeuwenlang geboeid door de Orfeus mythe, van van Jacopo Peri als eerste met zijn Euridice (1621), via Landi (La morte d’Orfeo), Rossi, Monteverdi (Orfeo ed Euridice) via Gluck, Offenbach, Krenek en Birtwistle (The mask of Orpheus) uit 1983 tot Glass (Orphée) uit 1991.
Twee zangers, ‘Hij’ en ‘Zij’ vertellen het verhaal dat begint bij Adam en Eva en eindigt in het heden. In tegenstelling tot zijn voorgangers geeft geen voorrang aan Orfeus, maar aan Euridce die twee keer sterft, eerst ‘gewoon’ en daarna nog eens post-mortem. Zo krijgt het werk enigszins het karakter van een dialogue intérieure van Euridice omdat ze volgens de componist ‘pro-actief’ is in haar rol.
De dansers zorgen voor commentaar, waaraan ook slangen uit de Hindoe mythologie te pas komen. Dusapin schreef hierbij heel krachtige, beeldende muziek. Georg Nigl is een nogal stoere Hij en beschikt over een lange adem in zijn nogal veeleisende lyrische bijdragen en Keren Motseri weet met schijnbaar gemak en een juiste expressie haar soms bijna stratosferisch hoge partij te vervullen.
Het Ensemble Modern weet heel goed raad met de orkestpartij. Dat maakt het succes compleet.