Dobrzyński: Symfonie nr. 2 in c op. 15 ‘Karakteristieke’; Kurpiński: Elegie in c; Moniuszko: Ouverture Bajka. Barokorkest Wrocklaw o.l.v. Jaroslaw Thiel. Accord ACD 282 (59’57”). 2020 

 

De hoofdschotel op deze cd wordt gevormd door de Symfonie nr. 2 uit 1831 van Ignacy Feliks Dobrzyński (1807 - 1867) die in Warschau studeerde bij Józef Elsner en een klasgenoot was van Chopin. In 1835 won hij met zijn Tweede symfonie een compositieprijs en gaf het werk de ondertitel ’Symfonie in de karakteristieke geest van de Poolse muziek’. Toen de componist als pianist in Duitsland optrad, ontfermde Mendelssohn over een uitvoering van enige delen daaruit. Hij herzag het werk nog een keer in 1834. In tegenstelling tot Chopin bleef hij Polen trouw en vervolgde hij zijn carrière niet in het westen met als gevolg dat zijn succes beperkt bleef.

De meeste van zijn composities dateren uit de jaren 1820 en 1830. Daartoe behoren het tweetal Symfonieën, een Pianoconcert, een reeks kamermuziekwerken en - wat als zijn belangrijkste geldt - de opera Monbar (of De parlementaire obstructie). 

Deze Symfonie uit 1834 die in 1862 nog eens werd herzien, is kenmerkend voor het ontwakende nationalisme in Polen gedurende de jaren dertig uit de negentiende eeuw; de turbulentie uit zich in de toonaard c-klein. Hier toont de componist een eigen geluid met het gebruik van Poolse dansvormen als kujawiak, mazurka en krakowiak. De muziek komt in de buurt van Mendelssohn, maar Dobrzyński toont meer panache en de finale is echt opwindend.

Ik kende al een opname van de symfonie, uitgevoerd door het Pools Omroeporkest o.l.v. Lukasz Borowicz (Chandos CHAN 10778), maar deze nieuwe bevalt minstens zo goed.

Het programma wordt geopend met een mooie melancholieke Elegie van Karol Kurpiński (1785 - 1857) en eindigt met de opwekkende Ouverture van de onvoltooide opera Bajka van Stanislaw Moniuszko (1819 - 1872).

Het is vooral nuttig om Dobrzyński nader te leren kennen.