Dutilleux: Le loup; Sonatine voor fluit en piano; Hobosonate (bew.); ’Sarabande et cortège (bew.). Adam Walker (fl), Juliana Koch (h), Jonathan Davies (fag) met Sinfonia of London o.l.v. John Wilson. Chandos CHSA 5263 (56’24”). 2020
In 1953 schreef Henri Dutilleux (1916 - 2013) zijn ballet Le loup (de wolf) voor Roland Petit. Later vond hij alleen het tweede deel daaruit de moeite waard om te worden uitgevoerd, maar feitelijk is de hele partituur mrt diverse knikjes naar Stravinsky’s ritmische en melodische patronen en met meer dan een knik vaan Ravels La valse zeer de moeite waard en een van de beste werken die hij schreef. Kenmerkend is de bitterzoete toon die voor veel van zijn werken geldt.
Licht macabere muziek in de geest van Ravels Ma mère l’oye met echo’s van Prokofievs Peter en de wolf. De strijkers klinken heel mooi in de Boudoir scène.
Geduchte concurrentie voor de opname van Rophé (BIS SACD 1651).
De drie kamermuziekwerken zijn uit een vroegere periode en waren in wezen bestemd als examenstukken voor eindexamenkanditaten conservatorium. Eenmaal georkestreerd door Kenneth Hesketh krijgen ze meer soortelijk gewicht en kleurigheid nu de pianopartijen zijn omgezet in pasteltinten. Het is juist dit aspect dat John Wilson alle aandacht geeft. Het leukst is ’Sarabande et cortège’, geestig gespeeld door Jonathan Davies. Vooral het aandeel van het koper zet verder het kracht en betekenis bij. Het ritmisch profiel is heel levendig, de frasering juist heel teer en Wilson beschikt over heel goede solisten.
Er wordt fijn spontaan en scrupuleus gemusiceerd door alle betrokkenen. Dat maakt het programma heel verleidelijk.