CD Recensies

DEBUSSY: PELLÉAS ET MÉLISANDE, DUMOUSSOUD

Debussy: Pelléas et Mélisande. Alexandre Duhamel (b., Golaud), Chiara Skerath (s., Mélisande), Stanislas de Barbeyrat (t., Pelléas), Janina Baechle (a., Geneviève), Jérôme Varnier (bs., Arkel), Maélig Querré (s., Yniold) en Jean-Vincent Blot (bs., Berger, Médecin) met het koor van de Nationale Opéra Bordeaux en het Nationaal orkest Bordeaux Aquitaine o.l.v. Pierre Dumoussoud. Alpha ALPHA 752 (2 cd’s, 2u. 28’16”). 2020
 
Nog altijd is het moeilijk voor te stellen welke revolutie Debussy’s enige voltooide opera veroorzaakte in de Parijse operawereld oen deze in 1902 voor het eerst in de Opéra comique werd opgevoerd. Met één subtiel werk vaagde Debussy die het grootse had benadrukt in de ‘grand opéra’. Het onderwerp van Maurice Maeterlincks symbolistische drama Pelléas et Mélisande vraagt ook om subtiliteit. In een droomachtig decor brengt de mysterieuze Mélisande het hoofd op hol van Golaud en diens halfbroer Pelléas. Zelfs ook dat van de oude koning Arkel. 
Alles lijkt zich in het halfduister af te spelen. De muziek heeft iets ongrijpbaars, maar is tegelijk ook heel intens qua sfeer en suggestiviteit. Het meest revolutionaire aspect van Debussy’s stuk is wellicht de toonzetting van de woorden. Er zijn geen grote aria’s en verlengde vocale lijnen die de meeste opera’s uit die tijd kenmerken, maar een syllabische parlandostijl die het drama een psychologische waarheid en geheimzinnigheid geeft. Debussy bewaart grote, dramatische uiteenzettingen voor de tussenspelen die dit werk in vijf bedrijven verdelen en deze werden op het laatste moment aanzienlijk uitgebreid toen tijdens de eerste productie bleek dat de scènewisselingen meer tijd kostten.
Het ensemble van de Opéra in Bordeaux beschikt over goede, maar geen echt  bijzondere krachten omdat we meest jonge zangers (en een jonge dirigent) aan het werk horen.
Stanislas de Barbeyrat is me een wat te onstuimige Pelléas, terwijl de Yniod van Maëlig Querré juist te vlak klinkt. 
In menig opzicht is de oude opname van Roger Desormière (EMI 761.038-2) uit 1941 nog steeds onovertroffen. Bij de nieuwere uitgaven gaat mijn voorkeur uit naar Haitink (Naïve 4923), Abbado (DG 435.344-2) en de dvd opname van Gardiner (ArtHaus 100.100).