CD Recensies

DEBUSSY: PRÉLUDES BOEK 1 EN 2 E.A. BENELLI MOSELL

Debussy: Préludes boek 1 nr. 1-12; Suite bergamasque. Vanessa Benelli Mosell. Decca 481.655-2 (57’35”). 2017
 
Debussy: Préludes boek 2 nr. 1-12, Children’s corner; L’îsle joyeuse. Vanessa Benelli Mosell. Decca 485.6807 (66’34”). 2021
 
In 2012 trok de Italiaanse pianiste Vanessa Benelli Mosell voor het eerst mijn aandacht met haar mooie Liszt recital onder de titel ‘Valse impromptu’ (Brilliant Classics 94357). Daarop volgde haar geweldige Stockhausen/Beffa/Stravinsky programma ‘Revolution’ (Decca 481.1616) en toen kwam ze met een programma dat de titel ‘Light’ draagt, een Scriabin/Stockhausen recital (Decca 481.2491). 
In 2018 kwam Debussy aan de beurt met de Préludes boek 1 en de Suite bergamasque (Decca 481.6552). Het was te verwachten dat boek 2 zou volgen. En jawel, hier is het.
Ze vervolgt als het ware een mooie muzikaal-spirituele reis die de luisteraar diep treft en aanspreekt. Aardig dat ‘Des pas sur la neige’ zoiets als een ’Scotch snap’ heeft die de muziek een illustratief karakter geeft. In ‘Ce qu’a vu le vent d;ouest’ blaast de wind krachtig. Contrast een rijke verbeeldingskracht schuilen in  de manier waarop de Préludes alle tot leven worden gebracht. De manier waarop het pedaal wordt gebruikt in ‘Brouillards’ is precies voldoende om een mistige sfeer te laten ontstaan. Het zij niet alleen waterkleuren waarmee wordt geschilderd, maar vaak juist duidelijke tinten. De ‘Habanera’ uit ‘La puerta del vino’ lijkt een echo uit een ver verleden.  
Gelukkig is ook de opname goed geslaagd. Luister maar naar de laatste lage noten aan het begin van ‘Danseuses de Delphes’. De asymmetrische gang van ‘Général Lavine - eccentric’ wordt ritmisch sterk gesteund, humor klinkt door in ‘Pickwick’ in haar bewonderenswaardige en kleurige pianistiek die vol Gallische esprit is. Het is te hopen dat de vingernagels van de pianiste geen schade opliepen bij het spelen van ‘Feux d’artifice’. Vanessa Benelli Mosell toont de volledige beheersing over het pianistische bereik van deze werken en brengt nu eens fijngevoelig teer, dan weer uitbundig tintelend tot leven.
Ook de verklankingen van de aanvullend opgenomen werken bezitten de sfeer en het afwisselende karakter die gewenst zijn. Men hoeft niet naar superlatieven te grijpen om dit tweetal cd’s onder de aandacht te brengen.
Mijn referentie opnames is nog altijd die van Krystian Zimerman (DG 435.773-2) uit 1991. Deze nieuwe komt daar dicht bij in de buurt.