Debussy: Pianowerken (compleet). Jean-Efflam Bavouzet. Chandos CHAN 10421, 10443, 10467, 10497 (4 cd’s). 2007/8Debussy: Pianowerken (bijna compleet). Pascal Rogé. Onyx 4004, 4013, 4018, 4028, ….. (4 cd’s). 2007/8.
Ooit was de discografie van Debussy’s complete pianowerken kort en dus overzichtelijk. Gieseking (EMI) voerde het veld aan op enige afstand gevolgd door Casadesus (Sony). Vervolgens was het eigenlijk alleen Kocsis (Philips) die diepe indruk maakte, maar zijn opnamen zijn waarschijnlijk niet meer leverbaar. Thibaudet (Decca) daarentegen speelt nog wel een belangrijke rol.
Daarnaast waren er nog wat bijzondere opnamen van cycli als de Préludes die je niet mocht missen met voorop Michelangeli (DG) en Béroff (EMI) plus nog een handvol andere opnamen met kortere werken. Nog weer later imponeerde Zimmermann (DG) met geweldig mooi gespeelde Préludes om maar een volgend voorbeeld te noemen.Inmiddels is het aanbod verveelvoudigd en ook onoverzichtelijker geworden en houdt de stroom nieuwkomers onverminderd aan.
Tot hen behoren de moedige Bavouzet en de zich herkansende Rogé die in de jaren zeventig v.e. al een cyclus voor Decca afleverde. Zij beiden schudden de kaarten heftig dooreen waardoor een nieuw beeld ontstaat, waarin de fameuze Gieseking nu wel definitief op de achtergrond wordt gedrongen.Is er in deze veelheid nog plaats voor weer twee integrale series? Zeker wel, het hang er vooral van af of ze in artistiek en opnametechnisch opzicht bepaalde meerwaarde te bieden hebben. Dat is hier zeker het geval en het fijne is dat bij de verschillende pianistiek van zowel de oude rot Rogé als de jongere hond Bavouzet sprake is.
Natuurlijk is het niet alleen een kwestie van leeftijd en ervaring, maar ook eentje van karakter en instelling. Bij Bavouzet gaat het vooral om blijken van heldere structuren, ritmische precisie en gedifferentieerde articulatie. Rogé is de pianist bij wie het oproepen van sfeer, klankschildering voorop staat. Hij is de gevoeliger kunstenaar van de twee.Verder zal het niet verbazen dat Bavouzet deze werken in het algemeen bravoureuzer, vlotter, stormachtiger benadert dan de wat dromeriger, maar ook afstandelijker Rogé. Het wachten is op zijn vierde, afsluitende cd.
Wie de twee onderling vergelijkt, zal al gauw enigszins verward merken, dat overeenkomstig de aard van de individuele stukken nu eens de aan, dan weer de ander het diepste treft.De klankregie van beide series weerspiegelt het spel: kraakhelder en direct bij Bavouzet, wat ruimtelijker en ietsje meer soft focus bij Rogé. Liefst wil men ter wille van het contrast en de manier waarop ze elkaar aanvullen geen van beide series missen. Lastig dilemma.