Donizetti: Maria Stuarda. Carmela Remigio (Maria Stuarda), Sonia Ganassi (Elisabetta), Joseph Calleja (Leicester), Riccardo Zanellato (Talbot), Marzio Giossi (Lord Cecil) en Cinzia Rizzone (Anna Kennedy) met het Lombardisch koor en het Donizetti orkest, Bergamo o.l.v. Fabrizio Maria Carminati. Dynamic CDS 510/1-2 (2 cd’s, 135’50”). Dynamic 33407P (dvd-v, 153’) 2001
Ook al klopt er historisch niets van, het is knap bedacht: een brisante ontmoeting tussen Maria Stuart en Elisabeth van Engeland. Donizetti plaatst een met affecten geladen en in effecten grossierende duel tussen twee prima donna’s centraal in een van zijn drie Tudor opera’s. Hier wordt gewetensvol gebruik gemaakt van een door Anders Wiklund voorbereide uitgave van het werk, terwijl eerdere opnamen vaak coupures en transposities bevatten. Jammer alleen dat het tekstboekje niet de gezongen teksten bevat.
We beschikten al over twee mooie opnamen van dit werk: de ene met Sutherland, Tourangeau en Bonynge (Decca 425.410-2), de andere met Gruberova, Baltsa en Patané (Philips 475.224-2). Bij de nieuwkomer gaat het om een ‘live’ opvoering (met enig applaus) uit december 2001 die op het punt van Italianatà in het voordeel is.
Ster van de uitvoering is onverwacht de Leicester van de wendbare, uitdagende, gepassioneerde heldentenor Calleja.
De Maria van Remigio heeft een mooie stem en is op haar best in de rustiger passages, vooral in haar cadenza’s. Maar haar toon is elders wat ongelijkmatig en in de robuuste passafes kan ze wat weinig kracht ontwikkelen. Beter geslaagd is de verpersoonlijking van Elizabeth door Ganassi. Ze zingt heel expressief en straalt majesteit uit. Ze wordt letterlijk meer dan adequaat terzijde gestaan door de lords Cecil (Giossi) en Talbot (Zanellato).
De orkestbegeleiding is goed verzorgd, maar wat aan de discrete kant, de opname is goed. Al met al kan deze (tijdelijk?) goedkope aanbieding goed voldoen, maar wie de Deccaversie al bezit, hoeft geen twijfels te hebben.