Dvorak: 16 Slavische dansen op. 46 en 72. Boedapest festival orkest o.l.v. Iván Fischer. Philips 464.601-2, Channel Classics CCS SA 90210 (70’28”). 1999

Dvorak: 16 Slavische dansen op. 46 en 72. Chamber orchestra of Europe o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. Teldec 8573-81038-2 (73’23”). 2000/2001

Deze Slavische dansen begonnen ooit simpel als volksdans ritmen, werden pianoduetten en eindigden als orkestwerken waarmee Dvorak ook buiten Bohemen populair werd en waarmee hij nog bijdraagt aan het repertoire van fraaie toegiften.

In de cd wereld golden de vertolkingen van Szell (Sony 48161) lang als favoriet. Met die levendige vertolkingen is niets mis, in menig opzicht zijn ze nog steeds het mooist, maar de opname doet langzamerhand wat verouderd aan. Later kwam Kubelik (DG 457.712-2) met een heel idiomatische, mild vriendelijke opvolging.

En nu kwamen Fischer en Harnoncourt vrijwel gelijktijdig in 2002 met hun visie. Van dit tweetal bleef Fischer het dichtst in de bestaande traditie. De aanpak is sympathiek gemoedelijk, maar best briljant en het klinkt alles heel welluidend. Harnoncourt echter zou Harnoncourt niet zijn als hij niet weer iets heel bijzonders van deze stukken maakte. Onder toevoeging van wat peper en paprika verlevendigt hij deze dansen tot een waar feest, Het hoorbare enthousiaste van zijn kleinere, plooibaarder orkest is groter en de vitaliteit ongeremder. Vergelijk de dumka op. 46/2, de blijken van subtiliteit in op. 46/6 met prachtige inbreng van de houtblazers en de verleidelijkheid van op. 72/2 maar: alles blijken van meer levensvreugde en charme in het voordeel van Harnoncourt. Hij verdient dan ook de voorkeur, Met Fischer op de tweede plaats en Kubelik plus Szell om nooit echt te vergeten.