Dvorak: Vioolconcert in a op. 53; Romance voor viool en orkest in f op. 11; Szymanowski: Vioolconcert nr. 1 op. 35. Arabella Steinbacher met het Berlijns Radiosymfonie orkest o.l.v. Marek Janowski. Pentatone PTC 186.353 (72’). 2009

Wat een voortreffelijke gedachte van de briljante jonge violiste om haar warmbloedige verklanking van het romatische concert van Dvorak te combineren met expressionistische van Szymanowski’s Eerste vioolconcert.

Dvorak klinkt hier met de juiste mate aan expressiviteit in een vertolking waarin zij de onconventionele structuur van het eerste deel behandelt als een rapsodie zonder dat ze de spanning laat verslappen. Het gevoel van fantasie is ook onweerstaanbaar waar de soliste zoekt naar dynamische extremen, zoals ze dat doet in het bezonnen, tere langzame deel. De Slavische dans waarmee het werk eindigt, krijgt de nodige zwier mee.

In het concert van Szymanowski begint de soliste met een innemende solo; in het verdere verloop treft haar voortdurend heerlijke, fijnzinnige toon die een atletische nadruk kan krijgen waar dat nodig is. Het past wonderwel bij Janowski’s begeleiding die bij vlagen een kamermuzikaal karakter heeft. Keurig op elkaar afgestemde rubati van solist en orkest brengen de voor dit werk kenmerkende fantasie tot volle bloei. Het slot klinkt zelfs geestig.

In beide werken speelt Steinbacher zich vlot in de topklasse binnen met bij Dvorak als grootste rivalen Vengerov (Warner) en Faust (Harmonia Mundi)    en in Szymanowski Zehetmair (EMI)