Durosoir: Jouvence; Caprice; Berceuse; Incantation bouddhique. Ensemble Calliopée o.l.v. Karine Lethiec. Alpha 164 (73’13”). 2009

Ter kennismaking bidet deze uitgave een selectie uit de kamermuziekwerken van de (nog) onbekende Franse componist Lucien Durosoir (1878-1955), grofweg een leeftijdgenoot van Durey, Tailleferre, Honegger, Milhaud, Poulenc en Auric, maar net als zij een zelfstandig denker, niet behorend tot een bepaalde school. Wel iemand die in een toegankelijk idioom lucide muziek componeerde.

De hier geboden staalkaart biedt als pièce de résistance Jouvance, een driedelige fantasie voor viool en octet uit 1921. Het octet bestaat in dit geval uit de combinatie van 2 violen (naast de soliste), altviool, cello, contrabas, fluit en hoorn, waarbij de blaasinstrumenten voor wat extra kleurwerking zorgen. Eveneens uit 1921 dateert de Caprice voor viool en harp. De Berceuse voor fluit en piano is uit 1934 en de Incantation bouddhique uit 1946 voor althobo en piano.

De diverse leden van het ensemble Calliopée ontfermen zich geanimeerd over dit mooi geschakeerde programma. Hun instrumentale vaardigheden en de integratie daarvan laten weinig te wensen over. Zo ontstond aan louter aangename kennismaking die misschien jonge musici hier kan inspireren ook eens nader naar het werk van Durosoir te kijken. Wie de smaak te pakken krijgt kan vervolgens ook twee eerdere Alpha opnamen met werk van Durosoir beproeven: nr. 105 met werken voor viool en piano en nr. 125 met strijkkwartetten.