Dallapiccola: Liriche Greche nr.1-3; Divertimento voor sopraan en instrumenten In quattro esercizi; Piccola musica notturna. Jane Manning (s) met het Australia ensemble o.l.v. Graham Hair. Entr’acte Musica Viva ESCD 6504 (39’46”).1984
De faam van Il prigioniero leidde ertoe dat Dallapiccola misschien onvoldoende wordt erkend als de componist van kleinschalige vocale werken die hij feitelijk in de eerste plaats was. Haast nergens blijkt zijn talent voor dit soort miniaturen duidelijker dan uit de reeks werken voor vrouwenstem en ensemble uit de late jaren dertig en de jaren veertig.
Met voorop de drie ook alweer miniatuur liederencycli die samen bekend staan als Liriche Greche (1942-1946) waarmee hij zich vestigde met een unieke eigen soort Italiaanse twaalftoonsmuziek. Net als Berg gebruikt Dallapiccola de twaalftoons methode op een soms weinig systematische manier omdat hij deze combineert met traditionele harmonieën en een duidelijk Mediterraanse lyriek.
Dat blijkt meteen in het eerste nummer, het stralende ‘Cinque frammenti di Saffo’. De tweede en derde reeks – de ‘Due liriche di Anacreonte’ en ‘Sex carmina Alaei’ klinken abstracter en afstandelijker. Maar ook rigoureuzer en geconcentreerder zodat hier eerder overeenkomst met Webern blijkt.
De overige werken vormen hierop een mooie aanvulling. De uitvoeringen zijn van dien aard dat ze een uitstekende inleiding vormen op Dallapiccola’s vocale muziek.