Dowland: Luitwerken I. Paul O’Dette. Harmonia Mundi HMU 90.7160 (64’03”). 1994
Dowland: Luitwerken II. Paul O’Dette. Harmonia Mundi HMU 90.161 (66’29”). 1994
Dowland: Luitwerken III. Paul O’Dette. Harmonia Mundi HMU 90.161 (65’02”). 1994
Dowland: Luitwerken IV. Paul O’Dette. Harmonia Mundi HMU 90.163 (63’43”). 1995
Dowland: Luitwerken IV. Paul O’Dette. Harmonia Mundi HMU 90.164 (72’39”). 1996
Dowland schreef meer dan honderd luitsolo in een hele reeks muzikale vormen, inclusief dansmuziek zoals de langzame Pavane of de leveige Galliarde. Vaak werden ze paarsgewijs uitgevoerd. Hij was heel bedreven in ‘divisions’ zoals variaties toen heetten en veel van zijn luitmuziek verraadt een grote contrapuntische vaardigheid die hem boven de meeste tijdgenoten verheft. Het expressiebereik van de muziek is ook groot, hoewel de wat zelfbewuste melancholieke aard van deze muziek domineert.
In feite tonen deze luitwerken een plagerige humor die blijkt uit titels als The frogg galliard, Mrs Winter’s jumpp en het geheimzinnige stel Mrs. White’s thing en Mrs White’s nothing.
Er zijn tegenwoordig heel wat competente luitenisten, maar slechts weinigen tonen zo’n beheersing van het instrument als de Amerikaan Paul O’Dette die zich helemaal heeft ondergedompeld in deze materie. Op vijf afzonderlijk verkrijgbare cd’s speelde hij al Dowlands luitmuziek en zal moeilijk te overtreffen zijn qua vloeiende voordracht en spontaniteit. Als extra bonus speelt hij op drie verschillende instrumenten, waaronder een met stalen snaren bespannen orpharion.