CD Recensies

DVORAK: SYMFONIEËN NR. 1-9

Dvorak: Symfonieën nr. 1-9; In de natuur op. 91; Mijn vaderland op. 62; Ouverture Carnaval op. 92; Scherzo capriccioso op. 66. Londens symfonie orkest o.l.v. Istvan Kertész. Decca 430.046-2 (6 cd’s, 7u. 12’) 1966.

 

Dvorak: Symfonieën nr. 1-9; Schots nationaal orkest o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHAN 9991 (6 cd’s, 6u. 14’57”). 1991

 

Dvorak: Symfonieën nr. 1-9; Scherzo capriccioso op. 66; Ouverture Carnaval op. 92; De houtduif op. 110. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Rafael Kubelik. DG 463.158-2 (6 cd’s, 7u. 14’53”). 1972

 

Bewondering voor de muziek van Beethoven en Schubert bracht Dvorak ertoe om ook symfonieën te componeren. Zijn eerste symfonieën (de Eerste, De klokken van Zlonice werd in 1865 voltooid) verraden deze invloeden nog duidelijk, net als de invloed van Brahms.

Pas nadat hij zich van ganser harte ging inzetten voor het Tsjechisch nationalisme in het midden van de jaren 1870 liet de componist hier een heel eigen stemgeluid horen, beginnend met de Vierde symfonie (1874). Daarna ontwikkelde die trend zich verder om in nr. 6 een eerste hoogtepunt te bereiken. Het bekendst is natuurlijk  de laatste, nr. 9, met in het langzame deel een van de beroemdste melodieën uit het hele symfonische repertoire.

Istvan Kertész deed net als Rafael Kubelik als een der eersten erg veel om ook de vroegere symfonieën van Dvorak onder de aandacht te brengen als volkomen serieus te nemen werken. Zijn integrale opname uit de jaren zestig vorige eeuw is feitelijk nog steeds de waardevolste omdat er zo’n tastbare overeenstemming bestaat tussen de bedoelingen van de dirigent en de realisatie door het Londense orkest. Het resultaat is orkestspel van een grote warmte en idiomatische kracht dat ook de zwakkere werken boven zichzelf uittilt. Werk na werk wordt fris en enthousiast voorgedragen.

Ook Neeme Järvi toonde zich een heel goede pleitbezorger voor deze muziek en kan profiteren van een iets warmere, vollere klank dankzij de Chandos technici.

Het is vooral de lieflijker, uitgesproken romantische kant van deze werken die door Rafael Kubelik onder de aandacht wordt gebracht. Hij beschikt over het best toegeruste orkest. Het beste is hij op dreef in de late symfonieën, nr. 3 klinkt wat te routineus.