CD Recensies

DUSAPIN: PERELÀ UOMO DI FUMO

Dusapin: Perelà, uomo di fumo. John Grahan Hall, Isabelle Philippe, Chantal Perraud, Martine Mahé en Nora Gubish met het koor van de opera Montpellier en het Nationaal orkest van Montpellier Languedoc-Rousillon o.l.v. Alain Altinoglu. Montaigne MO 782168 (2 cd’s, 2u. 01’14”). 2003

 

Aan Perelà uomo di fumo uit 2003 ligt een futuristische roman van Aldo Palazzeschi uit 1911 ten grondslag. Perelá heeft drie moeders: Pena, Rete en Lama en uit de eerste twee letters van elk is zijn naam gevormd als een soort mantra. Het verhaal gaat over de gedaanteverwisseling van de gelijknamige held in zijn bestaan: zijn aankomst in een decadente en corrupte stad waar hij aanvankelijk als redder wordt ingehaald, maar na de zelfmoord van een bewonderaar wordt beschuldigd van het uitoefenen van subversieve invloed met daarna de rechtszitting en gevangenneming. Tot slot verdwijnt hij weer in het niets.

Het verhaal wisselt op ongeveer dezelfde wijze als de andere opera Roméo et Julliette in de tijd en de opera heeft niet een uitgesproken polemisch of moralistische tendens. Het gaat meer om de over tien hoofdstukken verdeelde symboliek die zelden cryptisch aandoet.

Contrasten genoeg, ook in muzikaal opzicht met onder meer een bont bal met groot koor, een merkwaardige ontmoeting met de koningin waarin nauwelijks van een dialoog sprake is en alleen een papegaai telkens ‘Dieu’ roept; het geheimzinnigst is het tafereeltje waarin Perelà een fluitspelend meisje ontmoet dat de weg wijst naar zijn vergetelheid als hij in rook opgaat.

De titelrol vergt een hoge tessitura en Graham-Hall is die meester. Nora Gubisch is een heel goede hypochondrische Marchese die de held vurig verdedigt tijdens de rechtszitting en Isabelle Philippe zet een passend afstandelijke koningin neer. Van Daniel Gundlach, de aartsbisschop, horen we een heel typerend intimiderende falset. De dirigent gaat het hoorbaar meer om het geheel dan om het detail.