Elgar: Music makers, The op. 69; Sea Pictures op. 37. Sarah Connolly (ms) met het Bournemouth symfonie orkest en –koor o.l.v. Simon Wright. Naxos 8.557710 (62’44”). 2006

De tien delen van The music makers uit 1912, een ode aan de dichter Arthur O’Shaughnessy hebben een ingetogen en tevens hartstochtelijk karakter dat door Connolly en Wright fraai naar voren wordt gebracht, vrijwel vergelijkbaar en haast mooier dan de realisatie door Jean Rigby en Andrew Davis (Teldec 4509-92374-2).

Elgar is nooit opgevallen als liederencomponist, maar hij overtrof zichzelf haast in de cyclus van vijf orkestliederen voor alt en orkest die in 1899 door Clara Butt wordt het eerst werd uitgevoerd. De zee was een duidelijke inspiratiebron en hij brengt dat tot uiting, bijvoorbeeld in de zware akkoorden die de golfbewegingen in het eerste deel suggereren of de storm in het laatste.

De keuze van de teksten is heel Elgariaans: een mengsel van overspannen religiositeit in ‘Sabbath morning at sea’, bombast ‘The swimmer’ en iets van de sprookjeswereld in ‘Sea slumber song’. Maar hij maakt van dit materiaal echt iets ontroerends, zeker in de directheid van ‘In heaven’, waarin hij een gedicht van zijn echtgenote betrekt.

De mooiste opname van dit werk is wel nog altijd die van Janet Baker (EMI 5556.219-2). Maar deze goedkope kan heel goed dienen. Er is zelfs een Nederlandse opname met Jard van Nes en het Residentie orkest onder Jevgeny Svetlanov (Residentie Orkest RO 94-1).